in toenemende mate zorgen over een mogelijke
Britse aanval en de vorming van een tweede
front in het noorden en westen van België dat
het Duitse front in de rug zou kunnen aanvallen.
Een aanval op de kust van België of het neutrale
Nederland (Zeeuws-Vlaanderen) zou moge
lijk zijn, evenals het opvaren van de Schelde.
Daarom werd op 13 oktober 1914, vrijwel direct
na de overgave van Antwerpen, besloten om een
brede verdedigingslinie te bouwen, met gebruik
making van de reeds bestaande fortificaties
van de vesting Antwerpen die samen met de
te bouwen bunkerlinie van Knokke tot Beveren
de Hollandstellung werd genoemd. Ook werd er
een verdedigingslinie gebouwd ten oosten van
Antwerpen in de richting van Oud-Turnhout.
Deze Nordabschnitt vormde het hart van de ver
dediging en maakte optimaal gebruik van alle
mogelijkheden van het terrein zoals het water,
kanalen, polders en bossen. De Duitsers maak
ten gebruik van sterk gestandaardiseerde ont
werpen van bunkers die snel gebouwd konden
worden en van gewapend beton waren, hoewel
er gebrek was aan bouwmateriaal, waaronder
ijzer. Dit leidde soms tot het gebruik van spoor-
of tramrails.
Om een tweede front te voorkomen werden for
ten en bunkers over grote afstand en met regel
matige tussenruimte gebouwd met een speciaal
daarvoor aangelegde spoorlijn tussen station
Kapellen en Kamp Noord Brasschaat.
Deze fortenlinie was in 1917 volledig afgerond
en werd slechts beperkt bewaakt. De gevreesde
aanval op de linie is niet gekomen en pas in no
vember 1917 kwam het bevel tot volledige
bezetting van de stellingen; de wapenstilstand
voorkwam uitvoering daarvan. Er vond geen en
kele krijgshandeling plaats en werd geen schot
gelost.
Het is bij velen onbekend dat bij Belgisch Putte,
net over de Nederlandse grens, het fort van
Stabroek en een aantal betonnen bunkers lig
gen, compleet met antitankgracht. Ook langs het
kanaal Dessen-Schoten zijn verschillende types
bunkers bewaard gebleven. Het is uniek dat in
België nog 476 elementen uit de militaire infra
structuur van de Eerste Wereldoorlog intact zijn.
Zo is meer dan tien kilometer Duitse loopgraven
nog in goede staat. Deze geven een goed beeld
van de wijze van oorlogvoeren aan het begin van
de twintigste eeuw.
De Dodendraad
Vrijwel direct na de Duitse inval werd vanuit
het bezette deel van België door een deel van
de bevolking alle mogelijke moeite gedaan om
naar Nederland te komen. Mannen wilden graag
gehoor geven aan de oproep van koning Albert
Afb 8.: Overzicht van de gevechten aan het front langs de IJzer
(de loopgravenlinie). De Slag om de IJzer duurde van 18 tot 31
oktober 1914. Vele veldslagen zouden nog volgen.
Eifcttlct fecrf
IHn* fribe
Hui.
P ri. ij 2
Btlftj fel*
□Mm ummlMn
59
De Waterschans 2 - 2014