om te strijden voor het behoud van de Laatste
delen van België. Post werd via Nederland en
Engeland verzonden naar het front aan de IJzer.
De bezetter wilde vooral gebruik maken van de
arbeidskracht van de Belgen voor de oorlogsin
dustrie dus was het zaak de bevolking niet de
gelegenheid te geven om te ontsnappen. Ook
spionage moest worden voorkomen. Alles wat
het zicht op de grens blokkeerde, zoals bomen
en struiken, werd weggehaald en prikkeldraad
als versperring verscheen. Dat hielp echter
weinig en een meer definitieve oplossing moest
worden gevonden. Uiteindelijk werd De Doden-
draad aangelegd: een elektrische versperring
van Vaals tot Knokke over een lengte van meer
dan 300 kilometer. Het besluit daartoe stoelde op
militair-wetenschappelijk onderzoek en proeven
op de grens Duitsland-Zwitserland ter voorkoming
van Duitse desertie. De Dodendraad bestond uit
palen van twee tot vier meter hoogte met isola
toren erop waaraan de versperringsdraden zig
zag waren bevestigd. De stroom werd op regel
matige afstanden via schakelhuisjes op de draad
gestuurd, maar de gebouwtjes dienden ook als
wachthuis voor de bewaking. Maximaal 2000 volt
werd er op de draden gezet, maar dat was lang
niet overal en altijd het geval. Elektriciteit was
voor velen een onbekend begrip en daarom werd
in juli 1915 de bevolking geïnformeerd over de
werking van de draad. Bij Essen was de draad
zo aangelegd, dat een deel van de plaats in een
niemandsLand kwam te Liggen en de bewoners
geen kant op konden. Neveneffect van de draad
was dat er minder troepen hoefden te worden
ingezet voor de bewaking van die lange grens.
De Duitsers troffen nog tal van maatregelen,
zoals gevangenisstraf bij verblijf op minder dan
500 meter van de draad of bij herhaling van
deze overtreding deportatie naar Duitsland.
Vernuftige oplossingen werden bedacht om de
grens te kunnen passeren, bijvoorbeeld door
smokkelaars van allerlei etenswaren. Brieven
Afb 9.: Louis Franck, voorzitter van de Intercommunate Commissie en ad-hoc burgemeester van Antwerpen, vraagt de Belgische
vluchtelingen op 18 oktober 1914 om terug naar huis te keren. Flier in Bergen op Zoom, tater ook in Roosendaal en Breda.
De Waterschans 2 - 2014
60