Diepe wonden, mooie woorden.
Drie Antwerpse schrijvers op de vlucht
naar West-Brabant
Cees Vanwesenbeeck
In Bergen op Zoom vieren we dit jaar 70 jaar
bevrijding. Dat betekent dat er sinds de Tweede
Wereldoorlog al drie generaties zijn die nooit
een oorlog in Nederland aan den lijve hebben
ondervonden. Men herdenkt dit jaar het begin
van de Eerste Wereldoorlog, die in België nog
altijd de Grote Oorlog wordt genoemd alsof de
Tweede Wereldoorlog een kleine was. Deze
benaming geeft vooral het gevoel van de zuider
buren weer. Nooit eerder was er op zo'n grote
schaal geweld, vielen er zoveel doden en ge
wonden en waren er zoveel Belgen op de vlucht.
De drie generaties Nederlanders die nooit een
oorlog hebben meegemaakt kunnen zich inle
ven in de diepe ellende van honderdduizenden
vluchtelingen door het bekijken van films,
documentaires en foto's of door het lezen van
boeken en artikelen over de Grote Oorlog. Er
zijn ooggetuigenverslagen bewaard gebleven en
de onderwijzer Jules van Buijten uit Merksem
schreef kort na de Eerste Wereldoorlog een rijk
geïllustreerd boek over de vlucht van de Belgen
en hun verblijf in Bergen op Zoom.1
Er zijn echter ook impressies bewaard gebleven
die kunstenaars tijdens of na de Eerste Wereld
oorlog hebben gemaakt; soms in ballingschap
in Nederland, soms in het bevrijde België. Het
is interessant om na te gaan wat de Belgische
kunstenaars, die met de grote stroom vluchte
lingen naar West-Brabant kwamen, voor ons
hebben nagelaten en wat zij voor indruk heb
ben gekregen van het veilige toevluchtsoord.
In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven
van drie Antwerpse schrijvers die in het begin
van de Eerste Wereldoorlog in Bergen op Zoom
of directe omgeving verbleven en wat zij in
literair opzicht voor het nageslacht hebben
nagelaten. De drie zijn de dichters Max Elskamp
Paul van Ostaijen en de schrijver/dichter/
romancier Marnix Gijsen.
Afb 1.: Grote stroom vluchtelingen in Bergen op Zoom in oktober 1914. [foto HCM BoZ)