De vlucht De inval in België door het Duitse leger in augus tus 1914 was bedoeld om via het land van onze zuiderburen Frankrijk aan te vallen. De Belgen hadden al snel door dat hun eigen leger niet opgewassen was tegen de overmacht van de Duitsers. Al in augustus vluchtten zo'n 6000 mensen de grens met Zuid-Limburg over. De Duitsers trokken vooral richting Frankrijk, waar door het erop leek dat Antwerpen buiten schot zou blijven. Dat was echter slechts een kwestie van tijd. Op 28 september begon een goed voorbereide aanval door de Duitsers. In eerste instantie werden de vestingwerken onder vuur genomen, maar vanaf 7 oktober werd de stad fors gebombardeerd. Op 10 oktober 1914 was Antwerpen geheel in handen van de Duitsers. Ondertussen was de uittocht uit Antwerpen niet meer te stoppen. Die uittocht of exodus was in feite al in september 1914 begonnen. Burgemeester Hulshof van Bergen op Zoom maakte haLf september bekend dat er aL zo'n 300 vluchtelingen waren aangekomen. Zij kwa men toen nog met de tram vanuit Antwerpen. Vanaf 5 oktober begon de stroom vluchtelingen sterk toe te nemen, eerst nog mensen uit Leuven, Aarschot en Geel, gevolgd door grote massa's uit Antwerpen op 7, 8 en 9 oktober. De stoom tramverbinding tussen Antwerpen en Bergen op Zoom kon de grote mensenmassa niet aan. Velen waren aangewezen op paardenkarren en zogenaamde natiewagens; dat waren karren die in de haven van Antwerpen werden gebruikt voor het lossen van schepen. Tenslotte kwamen er duizenden te voet, vaak zwaar beladen met persoonlijke bezittingen. Waarschijnlijk waren er op 9 oktober al meer dan 60.000 vluchtelingen in Bergen op Zoom. Uit verslagen en uit foto's van die dagen blijkt dat de stad overvol was met bivakkerende vluchtelingen. De chaos was in de eerste dagen van de vlucht compleet; de hulp verlening kon het amper aan.2 Opvang in West Brabant Bergen op Zoom en Roosendaal waren de twee grootste opvangplaatsen. De eerste vluchtelingen werden opgevangen bij particulieren, in kerken, scholen, kazernes en grotere gebouwen. In Bergen op Zoom werden hiervoor vier rooms-katholieke kerken en de Sint-Gertrudiskerk vrijgemaakt. Hier kregen bijna 5000 mensen onderdak. Andere grote opvangplekken vond men in het Sint-Anto- niusgesticht in de Burgemeester van Hasselt straat, het Juvenaat aan de Antwerpsestraatweg en de leegstaande suikerfabriek De Twaalf Apostelen aan de Bredasestraat. Belgische psychiatrische patiënten kregen onderdak op Vrederust. Het gebied tussen Kijk in de Pot en Plein 13 werd aangewezen als vluchtoord. Hier werden tenten en later barakken opgezet. Dit opvangoord werd vanaf 17 oktober in gebruik genomen.3 Uiteraard verbleven niet alle Belgen in het tenten kamp op Plein 13. Vooral de welgestelden zorg den zelf voor een goed onderdak in een hotel of bij particulieren. De schrijvers die in deze bijdrage worden belicht, verbleven alle drie bij particulieren. Max Elskamp Biografisch Max Elskamp was een Franstalige inwoner van Antwerpen die als dichter, graficus en folklore- deskundige bekendheid heeft gekregen. Hij werd op 5 mei 1862 geboren in de Sint-Paulus- straat 30 te Antwerpen. Zijn vader, Louis Jean Francois Elskamp, was Administrateur délégé de ['Union de Crédit, zeg maar bankier. Ook was hij als reder actief en kende hij een politieke loop baan als gemeenteraadslid. Zijn moeder Claire Cousin was afkomstig uit het Henegouwse Afb 2.: Max Elskamp ca. 1910. foto collectie AMVC Letterenhuis Antwerpen). 71 De Waterschans 2 - 2014

Periodieken

De Waterschans | 2014 | | pagina 23