België terug. Jan-ALbert Goris is in 1984 overle den in Lubbeek. Hij werd net als Max Elskamp begraven op het Schoonselhof te Antwerpen.12 Marnix Gijsen, Literair werk Marnix Gijsen heeft een omvangrijk oeuvre nagelaten. Hij was dichter, essayist, criticus en romanschrijver. In 1917 verschenen zijn eerste gedichten in het tijdschrift Vlaamsch Leven, kort daarop gevolgd door gedichten in De Eendracht en in De Standaard. Zijn eerste literaire kritiek kwam in 1919 uit. Maar zijn poëtische doorbraak is het gedicht de Loflitanie van de H.Franciscus van Assissië, dat in 1920 in Antwerpen verscheen. Het gedicht is in een expressionistische stijl geschreven. Gijsen had inmiddels contacten met schrijvers van het literaire tijdschrift Ruimte, onder wie zijn stadge noot Paul van Ostaijen die hij zeer bewonderde. Naast de vele artikelen en studies over uiteenlo pende culturele onderwerpen schreef Gijsen een groot aantal gedichten, maar ook studies over de Vlaamse poëzie, zoals het in 1940 verschenen Vlaamse Lyriek, van Gezelle tot 1940 en het in 1942 verschenen werk Vlaamsche Verzen. Na de oor- log schreef hij een groot aantal romans zoals Het boek van Joachim van Babylon (1947), gebaseerd op het Bijbelse verhaal over de kuise Suzanna, Telemachus in het dorp (1948), over zijn eigen geschiedenis en De vleespotten van Egypte (1952). Hij ontving verschillende literaire prijzen, zoals de Belgische Staatprijs voor verhalend proza in 1957, de Belgische Staatsprijs ter bekroning van een schrijverscarrière in 1970 en de Prijs der Nederlandse Letteren in 1974.13 Bergen op Zoom in Diaspora en Scripta Manent Marnix Gijsen vond in die oktoberdagen na het bombardement op Antwerpen onderdak bij familie in Nieuw Borgvliet. Wanneer precies en tot hoe lang is niet met zekerheid aan te geven. In de registers van Belgische Vluchtelingen is wel zijn oom en zijn grootmoeder ingeschreven, maar hij en zijn vader en moeder niet. Kennelijk werd dit tijdelijke verblijf als een logeerpartij gezien. Gelukkig heeft Marnix Gijsen een mooi verhaal geschreven waarbij hij uit zijn herinne ring putte. Het verhaal De Perikelen van Bergen op Zoom schreef hij in 1958 toen hij in Greenwich Village (USA) woonde. Het is opgenomen in de prachtige bundel Diaspora. Het verhaal gaat over zijn verliefdheid op de Aft 9.: Marnix Gijsen omstreeks 1910 collectie AMVC Letterenhuis Antwerpen) Afb 10.: Rembrandtstraat omstreeks 1910; in het huis links van het brandspuithuisje logeerde de familie Goris (collectie HCM BoZ) De Waterschans 2 - 2014 78

Periodieken

De Waterschans | 2014 | | pagina 30