Mamix Gijsen beschrijft de situatie in het huis in
de Rembrandststraat, waar zijn oom (roepnaam
Leander) de scepter zwaaide en zijn grootmoe
der het vaak opnam voor de jonge Jan-Albert.
Het huis had geen gordijnen en de jonge Jan-
Albert kreeg de opdracht de ramen wit te kal
ken. Dat geeft al aan dat de omstandigheden
niet erg luxueus waren. Het ontbijt bestond
dagelijks uit haring en erwten! Van hieruit ging
Jan-Albert de stad verkennen, waarbij hij vaak
de weg langs de zeekant nam. In het verhaal
beschreef Gijsen de stad, de Sint Gertrudiskerk,
de Gevangenpoort en het stadhuis. Hij verheer
lijkte Bergen op Zoom. Hij schrijft: "Ik heb van
Bergen op Zoom gehouden omdat het, na het
vagevuur van Borgvliet, voor mij elke dag een
paradijs vol verrassingen was". In de stad las
hij alle berichten die zijn landgenoten als een
vroege vorm van graffiti hadden achtergelaten
in de hoop een bericht te lezen over zijn Helena.
Gijsen beschrijft het bezoek van Koningin
Wilhelmina die de troepen kwam inspecteren.
Hij stond in de menigte te juichen toen de vorstin
in een open landauer voorbijreed. Toen ontdekte
hij plots in het publiek zijn Helena, die met een
Antwerpse Helena, een blonde bakvis met
prachtige blauwe ogen, die genoeg aanbidders
had, maar uiteindelijk toch koos voor de schuch
tere Jan-Albert Goris nadat hij haar een gedicht
van Ronsard in handen had gestopt als liefdes
verklaring. Het gedicht van Ronsard ging over
Helena van Troje.
Het verliefde stel werd echter gescheiden door
het bombardement op Antwerpen en de inname
van de stad door de Duitsers. Jan-Albert en zijn
ouders namen de wijk naar het noorden. Ze kon
den de dag na het eerste bombardement nog net
mee in de overvolle stoomtram naar de grens.
Ze werden ondergebracht in een dorpsherberg
in Putte. Daags daarna ging de tocht verder en
kwam het gezin Goris aan in Nieuw-Borgvliet,
waar de moeder en de broer van vader Goris
een huis hadden gehuurd. In het register van de
Belgische Vluchtelingen staan inderdaad vanaf
half oktober de volgende personen ingeschre
ven: Johanna Catharina Goris-Leys, weduwe van
81 jaar, geboren te Oorderen; Cornelis Adrianus
Goris, gepensioneerd onderwijzer, 58 jaar, gebo
ren te Brasschaat en Maria Clementina Goris,
zonder beroep, 28 jaar. Ze staan ingeschreven
op het adres Nieuw-Borgvliet wijk K 242, thans
Rembrandtstraat 42. Het was een huis naast de
school en het brandspuithuisje. Het huis is goed
te zien op een prentbriefkaart uit 1914.14
BORGVLlET,-KJrkiht;ht.
Afb 11.: Marnix Gijsen ca 1916 (particuliere collectiej
79
De Waterschans 2 - 2014