vriendinnetje ook naar de optocht stond te kij ken. Haar familie was ook naar Bergen op Zoom gevlucht en zij hadden bij een bakker onderdak gevonden. De volgende dagen ontmoette het verliefde stel elkaar aan de zeekant, waar ze langs het strand of op de dijk slenterden. Helena bracht daar het hoofd van de jonge Jan-Albert op hol door op een avond haar borsten te tonen. Juist op dat moment werden ze betrapt door oom Leander. Het werd het einde van de relatie. Op de laatste avond van zijn verblijf in Bergen op Zoom nam vader Goris hem mee uit eten in een van de restaurants op de Grote Markt. Kijkend door het raam van het restaurant zag hij Helena voorbijkomen aan de arm van een Hollandse soldaat. Kort daarop is Jan-Albert met zijn vader en moeder naar Antwerpen teruggekeerd. Grootmoeder Goris en oom Leander bleven nog geruime tijd in Nieuw-Borgvliet wonen.15 In de bundel Scripts Manent publiceerde Gijsen een essay over de Markiezaatsfeesten in 1938. Deze bijdrage schreef hij in juni van dat jaar. De Markiezaatsfeesten greep hij aan om het vluchtoord Bergen op Zoom tijdens de Eerste Wereldoorlog in herinnering te brengen. Hij vermeldt zijn wandelingen in de stad en de omgeving, de monumenten, de berichten van zijn landgenoten op huizen en gebouwen. Hij gaat uitvoerig in op de oproep van de Antwerpse magistraat Louis Franck op 18 oktober 1914 vanaf het bordes van het stadhuis aan de vluch telingen om terug te gaan naar België. 16 Paul van Ostaijen, Biografische gegevens Leopold Andreas (Paul) van Ostaijen werd in Antwerpen geboren op 22 februari 1896. Zijn vader Hendrik Pieter van Ostaijen, een loodgie ter afkomstig uit Steenbergen, trok in 1877 naar Antwerpen om daar zijn geluk te beproeven. Die stad was hem niet onbekend, omdat twee van zijn broers hem al waren voorgegaan. Hendrik Pieter trouwde in 1882 met Maria Catharina van Engelen. Vóór de geboorte van Paul in 1896 had het echtpaar al zes kinderen gekre gen, onder wie een jong gestorven drieling. Het gezin verhuisde in 1913 naar Hove ten zuiden van Antwerpen. Vader Hendrik Pieter was toen inmiddels een geslaagd zakenman, die een deel van zijn fortuin in onroerend goed had verdiend. Paul ging naar de lagere school in Antwerpen en op zijn elfde naar de middelbare school, het Aartsbisschoppelijk Sint-Jan-Berchmanscollege aan de Meir. In 1909 wisselde hij van school en werd hij ingeschreven bij het Onze-Lieve-Vrouwe- college aan de Frankrijklei. In die middelbare schoolperiode kreeg Paul meer en meer een eigen mening en kwam in opstand tegen het Franstalige schoolmilieu. Zijn opstandige gedrag (volgens de schoolleiding althans) leidde er uit eindelijk toe dat hij in 1913 van school gestuurd werd. Enkele maanden later kon hij als aan- STEENBERGEN, Gr^ote Kerkstraat. Afb 12.: Grote Kerkstraat te Steenbergen omstreeks 1910 (collectie...]

Periodieken

De Waterschans | 2014 | | pagina 32