langer hoe meer voelen en daardoor stokte ook
de snelle opmars. Op 12 september kwam de
frontlijn tot stilstand langs de oost-west lopende
waterwegen in Noord-België. Het gebruik van
een haven met voldoende overslagcapaciteit, in
dit geval Antwerpen, was de enige oplossing.
Antwerpen was bevrijd en de havenfaciliteiten
waren onbeschadigd, maar de achilleshiel van
de Antwerpse haven bleek de geallieerden op te
breken: de Westerschelde, die vanaf open zee
toegang geeft tot Antwerpen. Na de verloren
slag om Normandië, waarin de Duitsers enorme
verliezen hadden geleden en twee van hun
legers waren verslagen, vluchtten de restanten
ervan eind augustus/ begin september sneller
terug in de richting van hun veilige Siegfriedlinie
dan de geallieerden konden oprukken. Dit droeg
bij aan het beeld van een nagenoeg verslagen
Duitse krijgsmacht. Zoals gezegd raakten de
betrokken geallieerde legers in de achtervol
ging uitgeput en het materieel was dringend
aan onderhoud toe. De Britse leiding gaf na de
inname van Antwerpen opdracht drie dagen
halt te houden om de manschappen op adem
te laten komen en het materieel het dringend
noodzakelijke onderhoud te geven. Achteraf
beschouwd hadden de Britten nog zo'n twintig
kilometer kunnen doorrijden naar Woensdrecht,
waar de toegang tot Zuid-Beveland ligt. Gezien
het gebrek aan Duitse tegenstand was dit doel
zeker haalbaar geweest. Later in dit verhaal
wordt duidelijk wat de gevolgen waren door
niet te kiezen voor deze aanpak. Tot overmaat
van ramp verlegde Montgomery de aandacht in
een andere richting. Hoewel de opperbevelheb
ber van de invasiemacht, generaal Dwight D.
Eisenhower, aandrong op het openen van de
Antwerpse haven, wist Montgomery in Londen
politiek draagvlak te krijgen voor een andere
aanpak. Bovendien had hij de staffunctionaris
sen van zijn legergroep alsmede die van het 2e
Britse Leger, enthousiast gekregen en driftig
aan het werk gezet voor zijn plan.
De situatie aan Duitse zijde
Bij de Duitsers werd op 4 september al in de
namiddag vanuit Berlijn groot alarm geslagen.
De Kreekrakdam, die dicht bij de Antwerpse
haven lag, was plotseling een kritiek punt voor
hen geworden. Daarover liep namelijk de laat
ste vluchtroute voor hun 15e Leger dat langs de
Kanaal- en Noordzeekust was blijven hangen.
Er dreigde een tweede Stalingrad (van kleiner
formaat, circa125.000 man). Dat moest hals
over kop verhinderd worden en onmiddellijk
werden maatregelen getroffen. De voornaamste
actie was de evacuatie van zes divisies van het
15e Leger over de Westerschelde. Later zouden
deze troepen goed van pas komen bij de strijd
in Noord-België en Noord-Brabant. Hitler eiste
echter dat een versterkte divisie in de noord
west hoek van België en in Zeeuws-Vlaanderen
zou achterblijven en zou worden opgeofferd om
de daar geïnstalleerde zware en andere artil
lerie - waaronder ook luchtdoelgeschut - te
beveiligen. Hierdoor zou de toegang tot de
Westerschelde zo lang als mogelijk worden
verhinderd, zodat de geduchte Britse marine
gedwongen werd op respectabele afstand te
blijven. Het marinepersoneel sprak daarom over
"Gibraltar at the Scheldt-estuary"(Gibraltar bij
de Scheldemonding). Voorts werd nabij eerder
genoemde dam het van nature uitstekend te ver
dedigen gebied nog verder versterkt door inun
daties en de aanleg van de zogenaamde haaien-
tanden en asperges, bunkers en stellingen. De
arbeidskrachten die daarvoor werden ingezet
waren voormalige werfarbeiders van een in de
Cort Heyligerskazerne gehuisvest Kriegsmarine-
onderdeel of kwamen uit de burgerbevolking van
Bergen op Zoom en omgeving door het houden
van razzia's.
Market Garden
Door het snelle oprukken en het decoderen van
Duitse rapportages over de enorme verliezen
aan Berlijn was Montgomery er van overtuigd
dat de Duitsers zo goed als verslagen waren.
Wat de Duitse oorlogsmachine de doodsteek
moest geven was - naar zijn overtuiging - een
snelle opmars over de grote rivieren in het oos
ten van Nederland. Daarna zou de opmars, om
de punt van de Siegfriedlinie heen, worden ver
volgd over de Duitse laagvlakte, rechtstreeks
naar Berlijn, het hart van nazi-Duitsland. Zijn
operationeel plan bestond uit een gecombineerde
actie van luchtlandingstroepen in het oosten van
Noord-Brabant en Gelderland om de noodzake
lijke bruggen veilig te stellen en een opmars van
af de Belgische grens richting Arnhem door het
2e Britse Leger. De aanval moest starten ter
hoogte van het Belgische Lommel en via Eind
hoven richting Nijmegen gaan. Vervolgens zou
den de troepen op moeten rukken naar Arnhem.
De Waterschans 3 - 2014
96