volgt er de lagere school en gaat, na enkele korte baantjes, in 1939 in militaire dienst. Bij de Cava lerie wordt hij geplaatst bij het 2e Regiment Huzaren Motorrijders, een nieuw opgerichte tak van dit wapen. In 1940 wordt hij bevorderd tot wachtmeester. In de oorlogsdagen is hij actief betrokken bij gevechten in de Peel-Raamstelling, waarna zijn onderdeel zich terugtrekt naar Gouda. Na zijn demobilisatie meldt hij zich in september 1940 bij de Marechaussee. Hij krijgt een oplei ding in Steenbergen en wordt later geplaatst in Pindorp (Wouwse Plantage). Hij is daar belast met de grensbewaking. Als de leiding van de Marechaussee naar zijn mening te Duitsgezind wordt, besluit hij te vertrekken. Hij maakt gebruik van de zogenoemde Van Niftrik-route. Dat is de ontsnappingslijn die door Puttenaar Job van Nif- trik, samen met zijn vrouw Betty, vanaf zijn huis vlakbij de Belgische grens, is opgezet om mensen vanuit Nederland naar het neutrale Zwitserland te brengen5. Sjef vertrekt op 23 maart 1942 en is twee dagen later met zijn drie reisgenoten (een journalist en twee joodse jongens), na een avon tuurlijke grenspassage, in Zwitserland. Naar het vrije Frankrijk Herman Leus heeft tijdens zijn reis in enkele zakagenda's en notitieboekjes een verslag bijge houden van zijn tocht, samen met Jac van Loon, tot aan zijn dropping op Nederlandse bodem als geheim agent6. Van Loon heeft jaren na de oorlog zijn herinne ringen aan zijn schoonzus gedicteerd, die er een presentabel boekje van heeft gemaakt met als suggestieve titel: In mijn hoofd gegrift7En dat is het. Aan beide publicaties is een groot deel van het navolgende verslag ontleend. Herman en Jac kloppen aan bij een kennis in Kalmthout, waar ze overnachten. Vandaar nemen ze de trein naar Maubeuge, over de Franse grens. Daar is een controle, die ze weten te omzeilen. De volgende rit is naar Parijs, ook per trein. Ze hebben hier grote steun aan hun beide Franse reisgenoten, die de taal spreken en de weg weten. Die leidt via Chateauroux en, na een nacht daar slapen op een hooizolder, naar Bordeaux. In een boemeltreintje bereiken ze Preignac, vlak bij de demarcatielijn met Vichy- Frankrijk, het deel van het land dat niet onder Duitse controle staat. "Duitsers patrouilleerden op de weg...300 me- ter...linksom....langs lopen. 300 meter rechts om.. Aan de overkant het vrije Frankrijk. En wij moesten zien over te steken op het moment dat ze uit zicht waren...Dat deden we en het lukte." Afb. 1: Sjef Adriaansen in het uniform van de Marechaussee in maart 1942. (Collectie Wim Adriaansen) Afb. 2: Notitieboekjes van Herman Leus. (Collectie Wim Adriaansen) 105 De Waterschans 3 - 2014

Periodieken

De Waterschans | 2014 | | pagina 21