in deze regio. Beide Duitse steunpunten waren verbonden door een gordel met versperringen en mijnenvelden. Omdat het polderlandschap volledig ongeschikt was voor tanks, verwachtte men met dit type verdediging te kunnen volstaan. De begaanbaarheid van de polders was verder verslechterd door inundatie, waardoor het land enkele centimeters onder water lag.2 Het open bouwland was vol gezet met zogenaam de 'Rommel-asperges'; kale houten palen van een meter of twee hoog op regelmatige afstand in de grond geplaatst. Armeense soldaten in Duitse krijgsdienst hadden veel van dit werk op geknapt in de loop van de zomer en het najaar van 1944. Tevens had de plaatselijke bevolking onder dwang de Duitsers moeten helpen om deze dingen te plaatsen. Het doel van deze palen was het voorkomen of minimaal hinderen van een landing met zweefvliegtuigen. Op de meeste polderwegen en dijken waren in verband met de 'Rommel-asperges' alle bomen gekapt. In com binatie met de inundaties, was het polderland schap erg kaal en drassig.2 Duitse eenheden in de strijd bij Steenbergen De Duitse verdedigingsposities werden ingeno men door drie eenheden, aangevuld met de restanten van een Sturmgeschützbrigade (667. PanzerjagdAbteilungHet waren de restanten van wat eerder Kampfgruppe Chili werd genoemd, onder commando van generaal Kurt Chill. Generaal Chill was oorspronkelijk divisiecom mandant van de in Frankrijk vernietigde 85e In fanteriedivisie. Op initiatief van de generaal en zijn compleet gebleven divisiestaf, wist Chill in september een verdedigingslinie te bemannen met ad-hoc geformeerde eenheden ten noorden van het Albertkanaal. Deze geïmproviseerde verdedigingslinie vertraagde de Britse opmars, waardoor de Duitsers op het cruciale moment enkele dagen wonnen om meer versterkingen aan te voeren. Kampgruppe Chill fungeerde ver volgens vanaf september tot begin november als mobiele strijdmacht om doorbraken in het Duit se front te voorkomen. De Kampfgruppe speelde een belangrijke rol in oktober toen de Slag om Woensdrecht zich ontwikkelde. Door de opmars van de 4e Canadese Pantserdivisie ten oosten van Bergen op Zoom (operatie Suitcase) was de Kampfgruppe, met onder bevel 6. Fallschirmja- ger Regiment en Bataillon Pohl (Hermann Göring Ausbildungs und Ersatz Regiment), gedwongen de positie rondom Bergen op Zoom en De Wouwse Plantage op te geven.2 Op de westelijke flank (in ieder geval ten westen van de tankmuur op de Oudlandsestraat) waren 115 De Waterschans 3 - 2014

Periodieken

De Waterschans | 2014 | | pagina 31