boerderij van de familie Vriens. Deze boerderij
maakte deel uit van de versterkte opstelling van
de Duitsers aan het einde van de Glymesweg.7
Cees Schetters woonde in die tijd op Kladde en
herinnert zich goed hoe hij met enkele vrienden
via het talud van de Scharminkelwatergang on
gezien de linies van de Duitsers kon passeren.
Hij bereikte zonder kleerscheuren Halsteren,
waar hij tijdelijk onderdak vond bij kennissen. Hij
nam samen met dorpsgenoot Piet 'de Flap' van
den Enden dienst bij de bewakingstroepen van de
Binnenlandse Strijdkrachten. Ook Harry en Koos
Ernest uit Kladde zaten in dezelfde eenheid.
Ze bewaakten gedurende vele weken het drink
waterpompstation bij Halsteren. Nadien gingen
ze gezamenlijk als oorlogsvrijwilligers naar het
front bij De Noordschans bij Klundert. In 1948
eindigde het avontuur, nadat ze een driejarige
diensttijd in Indonesië hadden uitgezeten.10
Het poldergebied ten westen van Halsteren werd
dun bezet door het 28e Canadese Pantserregi
ment British Columbia Regimenten A-Squadron
12th Manitoba Dragoons, terwijl de hoofdmacht
van de Canadezen zich bij Oude Molen en bij
Moerstraten bevond. De 12th Manitoba Dragoons,
een verkenningsregiment uitgerust met grote
'Staghound' pantserwagens, staken met roei
bootjes de Eendracht over om Tholen te bezoe
ken. Ze vonden er bewapende verzetsmensen in
plaats van Duitsers. Na een verkenning over het
ondergelopen eiland trokken ze zich terug op het
vasteland.2
De verzetsmensen op Tholen gingen zelf naar
Oud-Vossemeer en raakten kort daarna slaags
met de Duitsers in Nieuw-Vossemeer. Er werden
schoten uitgewisseld en twee onfortuinlijke ver
zetsmensen lieten het leven. Een scherpschutter
in de kap van molen Assumburg verwondde een
lid van de Orde Dienst (C. Franke uit Bergen op
Zoom) in zijn buik. Franke stond achter een raam
op de bovenste verdieping van een huis aan het
veer van Oud-Vossemeer. Franke overleed kort
daarna aan zijn verwonding.8
De verdedigers aan de westzijde van de vesting
Steenbergen beschikten klaarblijkelijk over vol
doende vechtlust om zich te weren in het geval
van een aanval.
Met de Duitsers in hun stellingen aan Het Glymes
en bij Kladde en de Canadezen bij Klutsdorp,
lag Lepelstraat en het gebied verder westelijk
in de polder, in een soort niemandsland. Spora
disch vielen van zowel Duitse als Canadese zijde
granaten op Lepelstraat. De bewoners waren
door deze vreemde situatie verstoken van eerste
levensbehoeften. Evenmin konden gewonden
worden afgevoerd en ontbrak elke medische ver
zorging. Een enkeling wist via achteraf gelegen
weggetjes in Halsteren te komen om hulp, voed
sel en informatie te halen voor de achtergeble-
Afb. 10. Baretembleem van het Lake Superior Regiment (Foto
Collectie R. Catsburg).
Afb. 11. Baretembleem van het Lincoln and Welland Regiment
(Foto Collectie R. Catsburg).
119
De Waterschans 3 - 2014