fluitend naar beneden. Currie en Donaldson duiken zo snel als mogelijk onder een voor de deur geparkeerde tank om dekking te zoeken. De granaat komt met een klap op de achterkant van de tank en ricocheert linea recta door de openstaande deur de hal van het pand binnen waar een aantal mannen van het South Alberts Regiment juist op uitbetaling staat te wachten. Door de onfortuinlijke explosie komen veertien militairen om het leven. Wie van de twee auteurs heeft het nu bij het rech te eind? Het betreft hier twee verschillende inci denten, waarvan het door Damveld beschreven voorval inderdaad op 28 oktober plaatsvond. Op die dag begon de Duitse artillerie om 11.00 uur vanaf de Halsterse molen te vuren. Het mortier vuur dat gelijktijdig losbarstte, was door de Duit sers aangekondigd bij het Rode Kruis, zodat de bevolking gewaarschuwd kon worden. Bovendien werden de lichamen van drie gedode burgers die dag binnengebracht in het zojuist geopende mortuarium in de Neutrale School. Dat strookt met de drie gedode burgers die vermeld worden in het artikel van Damveld, maar hoe zit het dan met de man op de foto? Het pand Steenbergsestraat 27 was op 28 okto ber 1944 ingericht als gezamenlijke commando post. De Argyll and Sutherland Highlander Regiment was gevestigd op de bovenverdieping, terwijl het South Alberta Regiment beneden huisde. Aan de gezamenlijke staven was, zoals gebruikelijk, een officier van de artillerie toegevoegd voor het co ördineren en begeleiden van de aanvragen voor vuursteun. Het is deze zogenoemd artillerie waar nemer die op de foto in De Waterschans staat. Kapitein Herald Mogey had zijn werkplek bene den en helaas behoorde hij tot het groepje Cana dezen dat het leven liet in de hal als gevolg van de inkomende eigen granaat. Hij zou dus een van de veertien gesneuvelden zijn. Er zit dus een klei ne omissie in het overigens zeer gedegen artikel van Damveld. Hij heeft het tweede incident over het hoofd gezien, maar wanneer vond dat dan plaats? Er is sprake van een voorval in de vroege ochtend. Dat kan dan nooit op 28 oktober zijn geweest, aangezien het artillerievuur pas na 11.00 uur op gang kwam. Echter, bij het krieken van de volgende dag (dus 29 oktober) leefde de strijd opnieuw op. De harde knal die om 09.30 uur tot in de verre omtrek te horen was, werd volgens Wim Besling, toen de tweede man van het Rode Kruis in Bergen op Zoom, veroorzaakt door de eigen granaat. Dezelfde Besling rapporteerde dat de brancardiers van het Rode Kruis vijf gesneu velde militairen hebben afgevoerd, die tijdelijk be graven werden in de tuin van Fortuinstraat 18, de woning van Besling, waar op dat moment ook het Inlichtingenbureau van het Rode Kruis was gevestigd. Hoe zit het dan met de eerder genoemde aan tallen? De negen gesneuvelde infanteristen. Tel daarbij de vijf militairen van Besling op en we komen op veertien. Kennelijk heeft McCleod de aantallen van beide voorvallen samengevoegd. Conclusie: ter hoogte van Steenbergestraat 27 hebben twee incidenten plaatsgevonden op twee opeenvolgende dagen. Op 28 oktober sneuvelden negen personen, terwijl op 29 oktober vijf Canade se personen door eigen vuur om het leven kwamen. Afb. 2: Steenbergsestraat 27, 1995. Collectie Guust van Dijckj De Waterschans 3 - 2014 126

Periodieken

De Waterschans | 2014 | | pagina 42