ook dit bruggenhoofd tot Festung Schelde-Süd. De commandant van het 89e Legerkorps, gene raal der infanterie ALbrecht von und zu GiLsa, gaf de commandant van de 64e Infanteriedivisie, generaaL-majoor Knut Eberding de opdracht deze vesting tot de laatste man te verdedigen. Beide heren kenden elkaar van de Olympische Zomerspelen in 1936. Von und zu GiLsa was toen commandant van het Olympisch dorp. Eberding had een boek geschreven: Das Handbalspiel und sein Training en was tijdens diezelfde Olympisch Spelen coach van het Duitse handbaLteam waar mee hij de gouden medaille binnenhaalde. Acht jaar later stonden beide mannen in Oostburg in geheel andere omstandigheden naast elkaar. Von und zu GiLsa voelde zich bezwaard om Eber ding te bevelen een vesting te verdedigen die feitelijk niet bestond. De vestingwerken waren naar zee gericht en niet naar de landzijde waar vandaan de aanvaller kwam. Eberding moest de geografische omstandigheden gebruiken om zijn vesting gestalte te geven. De grens van de vesting liep langs het dubbeLkanaaL LeopoLdka- naaL en SchipdonkkanaaL dat bij Zeebrugge in zee uitmondt. Vanaf het Belgische Strobrugge gaat alleen het LeopoLdkanaaL verder naar het oosten. Vervolgens vormde de zeearm de Braak man de oostelijke grens van de vesting. Eberding vestigde zich in de bunkers van het divisiehoofd kwartier in het centraal gelegen Oostburg. Zijn 64e Infanteriedivisie stond bekend als de beste divisie binnen het 15e Leger. Naast zijn eigen troepen was er nog versterking van twee andere bataljons en een ad hoc samengesteld regiment uit terugtrekkende troepen. Tevens was hier een afdeling van de marinekustartiLLerie Marineartil- lerieabteilung 203 (MAA 203)) met vier batterijen en het hoofdkwartier te Cadzand. Deze eenheid viel onder Luitenant-ter-zee I (Korvettekapitan.) Imo Hopman die echter halverwege oktober als gevolg van TBC vervangen moest worden door Luitenant-ter-zee I SchLeeweiG. Eberding zwaaide aLs commandant (Festungs- kommandant) de scepter over aLLe troepen in de vesting. De totaLe sterkte van zijn geheLe garni zoen bedroeg omstreeks 13.700 man. Daarnaast was Eberding ook de hoogste miLitair-juridische instantie. Op desertie stond de doodstraf die vanaf september 1944 middeLs het standrecht sneL kon worden uitgesproken: een groep aan gewezen officieren kon bij bewezen schuLd een doodvonnis opLeggen. Minstens zeven van derge- Lijke standrechteLijke executies zijn in deze ves ting bekend. Er was tevens een Sippenhaftbefehl voor de officieren: het gezin of de familie van Duitse officieren die zich Laf gedroegen of over Liepen werden aLs vijanden van het Duitse voLk beschouwd. Nadat er bij de gevechten om Bierv Liet kLeine groepen Duitse miLitairen gezamenLijk overLiepen naar geaLLieerde zijde Liet Eberding het Sippenhaftbefehl vanaf 14 oktober om 15.00 uur voor aL zijn troepen van kracht gaan. Deze strafmaatregeL was op dat moment nog niet eer der tegen soLdaten gebruikt Canadese aanvallen De Canadezen Lagen aL op 13 september aan het LeopoLdkanaaL waar ze een vergeefse aanvaL ondernamen bij Moerbrugge. Hierna bLeef het even rustig. De 3e Canadese Infanteriedivisie die weL over voLdoende gevechtskracht beschikte, was nog in gevecht om de vestingen BouLogne en CaLais. Pas toen de Festung Calais op 1 okto ber vieL, kon deze divisie worden verpLaatst om de Festung Schelde-Süd op te roLLen. De aanvaL op de zuideLijke vesting aan de WesterscheLde kreeg de codenaam Operation Switchback. Op 6 oktober werd de aanvaL ingezet over het Leo poLdkanaaL bij Strobrugge. In de voorafgaande De Waterschans 3 - 2014 130

Periodieken

De Waterschans | 2014 | | pagina 46