Sint Joris
Burch van
Antwerpen
Sleutel van
Lelden
Klooster
Stadsschool
er tussen de panden 'Sint Joris' en het klooster
nog twee panden stonden, waarvan het meest
oostelijke 'De Sleutel van Leiden' heette (voor
het eerst genoemd in 1504) en de andere 'De
Burch van Antwerpen' (1 537)6.
De zestiende eeuw
De archeologische sporen uit de zestiende eeuw
bestonden voornamelijk uit beerputten en afval-
kuilen onder en achter de panden. Er zijn geen
aanwijzingen gevonden dat de vorm van de hui
zen in die tijd veranderde. Achter het oostelijke
kleine huisje werd de beerput omgebouwd tot
een keldertje dat waarschijnlijk onder een trap
was gesitueerd. Daarnaast werd een nieuwe
vierkante beerput gebouwd die 1,70 bij 1,90 me-
ter groot was. Beerputten moesten van tijd tot
tijd geleegd worden en meestal gebeurde dat
via een gat in het gewelf. Bij deze echter niet:
hij werd geleegd door er van buitenaf een kuil
naast te graven en een speciaal daarvoor ge
metseld dun muurtje door te breken. Dat wijst
er op dat de beerput destijds onder een ruimte
lag die men liever niet beschadigde. Die ruimte
was onderdeel van het achterhuis dat zich net
zo ver achterwaarts uitstrekte als het buurpand.
De beerput werd regelmatig geleegd en de laat
ste keer gebeurde dat in de zeventiende eeuw,
toen de put buiten gebruik raakte. Op de bodem
bevond zich nog een laag met scherven, botten
en puin uit het eerste kwart van de zestiende
eeuw. De scherven van aardewerk, steengoed
en glas konden tot 163 verschillende voorwer
pen herleid worden waarvan vele geheel of ge
deeltelijk compleet waren. Een aanzienlijk deel
Afb. 5: Huisraad uit de beerput, na reiniging in elkaar gepuzzeld
Afb. 4: Reconstructie van het huis Sint Joris en omgeving in de
vijftiende en zestiende eeuw.
1= beerput, later verbouwd tot keldertje
2=beerput uit het begin van de zestiende eeuw
3=beerput uit de tweede helft van de zestiende eeuw
4=afvalkuilen op het achtererf uit de zestiende eeuw
De Waterschans 4 - 2014
148