open haarden. Ze werden geplaatst tussen het
vuur en de achterwand van de schouw. Giet
ijzer neemt gemakkelijk warmte op en houdt
die lang vast. Haardplaten zorgden voor een
gelijkmatige en langdurige uitstraling van de
warmte naar de te verwarmen ruimte. Tevens
fungeerden ze als bescherming tegen het door
oververhitting kapot springen van delen van de
achterwand.1
Gietijzeren haardplaten werden op meerdere
plaatsen in Europa vervaardigd. In Nederland
treffen we meestal haardplaten aan die afkom
stig zijn uit Duitsland, in het bijzonder uit de
omgeving van Siegen (Nordrhein-Westfalen). Al
in de tijd van de Kelten werd er in die streek ij
zererts gewonnen. Siegen was eeuwenlang een
productiecentrum van haardplaten, van circa
1450 tot in de negentiende eeuw.
Gietijzeren haardplaten werden gegoten, let
terlijk, in een zandbak waar met behulp van een
houten mal een gietvorm was aangebracht. De
oudste platen waren nog betrekkelijk klein, niet
groter dan zo'n 50 bij 35 cm. In de loop van de
zestiende en zeventiende eeuw ging men ook
platen gieten van grotere formaten, tot wel 150
bij 125 cm. Het oppervlak, meestal een staande
of liggende rechthoek met aan de bovenkant
een driehoekige of halfronde toevoeging, leende
zich bij uitstek voor decoratie. Uit de zestiende,
zeventiende en achttiende eeuw kennen we dan
ook haardplaten die versierd zijn met voorstel
lingen van allerlei soort. Het zijn voorstellingen
in basreliëf, die in het gietproces zijn meegego-
ten. De houten mal fungeerde dus als een soort
driedimensionaal stempel om de vorm in nega
tief in de zandbak aan te brengen.
'Hollandse' haardplaten
Het is begrijpelijk dat de aanschaf van een grote
en mooi gedecoreerde haardplaat een luxe was
die niet voor iedereen was weggelegd. In de
zeventiende en achttiende eeuw kende de Ne
derlandse Republiek een relatief hoge welvaart.
Nederland was daarom een belangrijk afzetge
bied voor grote, fraai gedecoreerde haardplaten
uit Siegen, zozeer zelfs dat dergelijke platen nu
'Hollandse' haardplaten genoemd worden. Vaak
waren ze voorzien van typisch Nederlandse
voorstellingen, zoals het Pro Patria motief, een
leeuw in een Hollandse tuin, of een Libertas,
een dame met een vrijheidshoed op een lans.
Dergelijke platen waren speciaal voor de Ne
derlandse markt vervaardigd. De plaatvorm
wordt vaak vergeleken met die van halsgevels
aan Amsterdamse grachtenpanden. Een ken
merk van 'Hollandse' haardplaten is dat ze
voorzien zijn van rijk versierde lijsten of randen,
vaak met motieven die verwijzen naar de zee
en de zeevaart, zoals dolfijnen, tritonen, zee
paarden of zeeslangen. Zo'n typisch 'Hollandse'
haardplaat troffen Daphne en ik aan in de Bur
gemeesterskamer van het oude stadhuis.
De haardplaat in de Burgemeesterskamer
Het is maar een kleine kamer, maar misschien
wel de mooiste in het stadhuis. Circa 1930 is
de Burgemeesterskamer opnieuw aangekleed
met een prachtige neorenaissance lambrisering
en een dito schouw. In deze schouw staat de
zeventiende-eeuwse gietijzeren haardplaat. Hij
komt daar goed tot zijn recht.
Op de plaat is een kussen afgebeeld waarop
een kroon ligt en een scepter. Boven het kussen
De Waterschans 4 - 2014
166