werd gebracht. De oudste sporen van menselijke
activiteit onder de Huijbergsestraat bestonden
uit een dunne laag van grijszwart zand, dat een
esdek wordt genoemd. Het ontstond door het
opbrengen van plaggen en stalmest, met als
doel de ondergrond geschikt te maken voor ak
kerbouw. Hetzelfde werd eerder op het Thalia-
plein en in de Kloosterstraat gevonden. De
meeste vondsten uit het esdek, scherven van
aardewerk uit het Rijnland en Maasland en van
lokale productie, dateren uit de elfde en twaalf
de eeuw. Maar er kwamen ook scherven van
grijs en rood draaischijfaardewerk in voor, wat
net als op het Thaliaplein wijst op akkerbouw
tot in de dertiende eeuw. Enkele fragmentjes
van aardewerk uit de Romeinse tijd en uit de
achtste eeuw zullen van elders met de plaggen
of mest meegekomen zijn.
In een late fase van de akker werd een sloot
gegraven die ruim een meter breed was en 70
centimeter diep. Die was noordwest-zuidoost
gericht en doorsneed de huidige straat. In een
denkbeeldige lijn zuidwaarts kwam hij precies
uit op een soortgelijke sloot die in 1997 onder
de Kloosterstraat was gevonden. Dit moet een
onderdeel van een kavelstructuur zijn geweest
die ouder was dan het huidige stratenpatroon.
De sloot heeft waarschijnlijk maar kort gefunc
tioneerd want er was geen humeuze bodem in
gevormd. Door het ontbreken van stuifmeelkor-
rels kon er helaas geen onderzoek gedaan wor
den naar de vegetatie in die tijd.
De aanleg van de straat
Onder de voorgevel van het gesloopte pand kwam
een vijf meter lang spoor tevoorschijn, bestaan
de uit kleine zwarte blokken. In doorsnede bleek
het te gaan om een gestapelde lage wal van
turfjes, die de rand vormde van een pakket zand
dat op de akker was gestort. Het opgebrachte
zand volgde de natuurlijke helling niet, maar
vormde een vlak plateau. Langs de wal was een
greppel gegraven, waarvan de andere kant he
laas niet bewaard was gebleven (vanwege kabels
en leidingen). Het zandplateau markeerde het
eerste huiserfje langs de nieuw aangelegde
straat. De vondsten in de onderliggende akker
en de bovenliggende lagen dateren het in de der
tiende eeuw. Soortgelijke erven werden ook op
andere plaatsen in de binnenstad gevonden: in
de Dubbelstraat (1993), Zuivelplein (2003), Koe
voetstraat (2004), Grote Markt (2009) en Stations
straat (2012) en lijken kenmerkend voor de aan
leg van de vroegste huispercelen in Bergen op
Zoom.
Parallel aan de plaggen werd een ondiepe grep
pel gevonden en haaks daarop een smallere.
Samen vormen ze een erfje van 5 x 6,50 meter.
In de dertiende eeuw waren de houten huizen
stevige vakwerkconstructies waarvan de palen
niet langer meer werden ingegraven maar op
stenen of houten poeren (funderingsblokken)
stonden. Die lieten na afbraak geen sporen acht
er. Daarom zijn de vroegste stadswoningen,
althans de meer bescheiden huisjes, archeolo
gisch erg moeilijk te traceren. De greppels en
de plaggenwal zouden resten van de wanden van
het bouwsel kunnen zijn, maar zeker is dit niet.
De sporen passen in elk geval bij het beeld van
eerdere opgravingen in de Koevoetstraat en de
Kerkstraat. Die wezen op een erfindeling kort
na het midden van de dertiende eeuw, waar
schijnlijk na een periode waarin Bergen op Zoom
nauwelijks groeide, gevolgd door een 'groeispurt'.
Afb. 2: Op het perceel van het hoekpand Igrijsj werden resten
van een middeleeuwse akker gevonden en een sloot die ouder
was dan de Huijbergsestraat
145
De Waterschans 4 - 2014