slechts twee waren vereist. In de schilderijen vereeuwigde
AUou zijn mede-académiciens. Het gaat om een portret van
Louis de BouUogne (schilder, 1654-1733), een portret van
Charles Antoine Coysevox (beeldhouwer, 1640-1720) en een
portret van Antoine Coypel (historieschilder, 1661-1721). De
kunstwerken zijn alle drie uitgevoerd in olieverf op linnen
en gedateerd 1711. Ze bevinden zich in de collectie van het
Musée National des Chateau de Versailles et de Trianon. Van
het portret van BouUogne is in 1749 een gravure gemaakt
door Jacques-Nicolas Tardieu.
21 Simon Thomassin, Frédéric Constantin de la Tour d'Auvergne,
gravure, 1714 (Parijs, Bibliotheque Nationale, Departement des
Estampes, inv.nr. 86074). De prent werd gecatalogiseerd in
G. Duplessis, Catalogue de la collection des portraits fran ais
et étrangers conservés au Departement des Estampes de la
Bibliotheque Nationale, Parijs 1907 (coll. cat. Parijs), p. 88.
22 N. Jeffares, Dictionary of pastellists before 1800, Londen
2006. Omdat de betreffende vermelding niet voorkomt in
de gepubliceerde versie van het boek, vermoedde ik dat de
auteur deze later heeft toegevoegd aan zijn online editie uit
2010 op www.pastellists.com. Na een kort contact met de
auteur bleek dit inderdaad te kloppen.
23 De gravure door Thomassin werd vervaardigd in 1714 naar een
portret dat werd gemaakt door Allou in de periode 1707-1714.
Frédéric Constantin was toen tussen de 25 en 32 jaar oud.
24 De prent is voorzien van de volgende opschriften, vriendelijk
vertaald door Jan Peeters:
1) Randschrift om het portret:
"Seren[issimus] Princeps Fredericus Constantinus a
Turre Arverniae Cano[nicus] Argen[toratensis] necnon
Prior Commenda[tor] B[eatae] Mariae de Charitate
ad Ligerim etc." "De doorluchtige prins Frédéric
Constantin de La Tour d'Auvergne, kanunnik te
Straatsburg en eveneens prior en begunstiger van [het
klooster van] de Heilige Maria in La Charité sur Loire
etc."
2) Auteursvermeldingen onder het portret:
Linksonder; G[illes] Allou pinx[it]" "Gilles Allou heeft
[het portret] geschilderd"
Hoewel pastels in kleurkrijt worden vervaardigd,
getekend dus, is het een oude traditie om hier in het
Latijn toch het werkwoord "pingere", "schilderen", te
gebruiken.
Rechtsonder: "S[imon] Thomassin sculpt[or] reg[is]
sculp[sit] 1714" "Simon Thomassin, 's konings graveur,
heeft [het portret] gegraveerd in 1714"
3) Opdracht van de uitgever onder het portret:
"Offerebat humillimus et /Obsequentissimus Seruus
Jacobus Grasset Charitaeus" "De zeer nederige en
dienstwillige dienaar Jacques Grasset uit [La] Charité
droeg [deze prent] op [aan F.C. de la Tour d'Auvergne]"
Zo'n opdracht was gebruikelijk, de uitgever hoopte op
een mooi bedrag bij wijze van dank van de kant van de
geportretteerde.
25 Erfgoed Centrum Dordrecht (DiEP), inv. nr. 396 258, p.18.
26 M. L. Moréri, Supplément au Grand Dictionaire historique,
génealogique, géographique etc., II (M-Z), Parijs 1735, p. 396.
27 Ibidem.
28 Francois-Hubert Drouais, Francois-Camille de Lorraine als
Grand Doyen van het Domkapittel van Straatsburg, olieverf
op linnen, 64 x 79 cm, 1769 (Versailles, Musée National des
Chateaux de Versailles et de Trianon).
De Waterschans 1 - 2015
22