voor de meeste dorpen in de regio. De Duitsers
waren in feite verslagen na de bevrijding van
Bergen op Zoom op 27 oktober. Hun enige res
terende doel was de geallieerde opmars te ver
tragen, zodat zoveel mogelijk manschappen via
Dintelsas konden ontsnappen naar Dordrecht.
Terwijl de Duitse hoofdmacht in ganzenmars
onderlangs de dijken naar Dintelsas sloop, la
gen her en der verspreid in de polder enkele
groepjes tot de tanden bewapende achterblij
vers. Deze mannen offerden zich op om hun
kameraden een veilige aftocht te garanderen.
Enkele minder heldhaftige Duitsers verborgen
zich zo onopvallend mogelijk in het dorp om
zich bij de eerste gelegenheid aan de Canade
zen over te geven. De bewoners van Dinteloord
zagen lijdzaam toe hoe de bezetter vertrok en
trokken zich terug in hun huizen om de komen
de gebeurtenissen af te wachten.
Er waren op vrijdagavond een paar granaten
ontploft in het dorp, maar omdat er bijna geen
Duitsers meer in de straten te zien waren, was
men ervan overtuigd dat de bevrijding elk mo
ment kon komen. Net na middernacht, in de
eerste uren van 4 november, waren de eerste
Canadezen bij de Gummaruskerk in Steen
bergen aangekomen. Kort na het middaguur
bereikten pantserwagens van het Algonquin
Regiment de vlasfabriek. Ze rapporteerden dat
de brug over de Vliet gedeeltelijk kapot was,
maar te passeren was voor personen. Het bri
gadehoofdkwartier hoorde hiervan en besloot
tot onmiddellijke actie over te gaan. Naast de
Algonquins werden de machinegeweren en
mortieren van de New Brunswick Rangers en
de kanonnen van de artillerie opgetrommeld.
De genie werd verwittigd om een Baileybrug te
bouwen over de Vliet. De 'toren' van een fabriek
(waarschijnlijk de schoorsteen van de vlasfa
briek) werd gebruikt als observatietoren om het
vuur te dirigeren. Voor de aanval werden D- en
C-compagnie van het Algonquin Regiment geko
zen. Met enige tegenzin werden de mannen van
uit Welberg in de richting van de brug vervoerd.
De compagnieën verzamelden zich uit het zicht
voor de fabriek. Welgeteld anderhalf uur nadat
ze uit Welberg weg waren vertrokken, zetten ze
de aanval in. De artillerie barstte los en alles
liep volgens het boekje. De machinegeweren
wierpen hun dodelijke lading over het water en
rook- en brisantgranaten explodeerden achter
de brug. D-compagnie was als eerste over de
brug en verspreidde zich in het polderlandschap.
Gelukkig voor de infanteristen bleek de vijand al
verdwenen te zijn. No. 3 Troop 9th Field Squadron
startte direct om een Baileybrug te bouwen die
niet lang daarna gereed werd gemeld3.
Terwijl de Canadezen vanuit Steenbergen de
Vliet overstaken, waren Britse eenheden van
het 11th Battalion Royal Scots Fusiliers, 49th (Polar
Bear) Infantry Division vanuit Oud-Gastel in wes
telijke richting naar Dinteloord opgetrokken.
Dinteloord werd dus uiteindelijk vanaf twee
kanten benaderd; de Canadezen via de Bloe-
mendijk en de Britten via de Noordzeedijk en
Zuidlangeweg.
Het bataljon van de Royal Scots Fusiliers had
kort na de gevechten in Wouw een paar dagen
rust genoten in Roosendaal. Ze kregen van het
hoofdkwartier de opdracht om een achterhoe
degevecht aan te gaan met de laatste bezetters
in de Oud Prinslandse polder. Naast het volle
dige bataljon kregen ze voor de actie één com
pagnie van de 7th Duke of Wellington Regiment
ter versterking toegewezen. Deze compagnie
werd ingezet in de Beaumont polder, tussen de
Noordzeedijk en de Dintel.
De aanval nam een aanvang om 07.30 uur op
zaterdag 4 november. Terwijl de infanterie
wachtte op het bevel om de opmars te begin
nen, werd er met machinegeweren en mortie
ren naar plekken geschoten waar men verde-
Afb.5: Het gemeentehuis van Dinteloord kort na de bevrijding.
Fotocollectie J. Verhagen
De Waterschans 1 - 2015
34