digers verwachtte. Om 10.30 uur was de Eerste Kruisweg zonder tegenstand bereikt. Toen openden de Duitsers het vuur. De omstandigheden in de polder waren vrese lijk en het weer maakte het verblijf alleen maar erger. Met enige ironie noemden de mannen de actie in de polder Operation Humid, te ver talen als 'operatie vocht'. Ze konden zich door de hoge waterstand alleen op de kruin van de dijken begeven en in de open polder. De her en der verspreide Duitse posten konden de Engel sen dus aL van verre zien aankomen en onder vuur nemen. Eén peloton stond bijvoorbeeld gedurende vijf uur tot het middel in het water, voordat ze zich mochten terugtrekken. Vreemd genoeg werd slechts één man ziek afgevoerd als gevolg van de omstandigheden. Met artillerievuur probeerde het bataljon de Duitsers te verjagen, maar de drassige polder- grond smoorde het effect van de granaten. Pas om 19.00 uur lagen B- en D-compagnie langs een denkbeeLdige Lijn tussen het kruispunt van de Zuidzeedijk en de Tweede Kruisweg en het kruispunt van de Noordzeedijk en de Eerste Kruisweg. B-compagnie had twintig krijgsgevangenen af gevoerd uit een boerderij aan de Tweede Kruis weg, vlak voor de brug over de Steenbergse Vliet. Om 23.00 uur vond het eerder beschreven incident pLaats met de patrouiLLe van de Algon quin Regiment, waarbij korporaal Neable en soldaat Turner gewond raakten door de hand granaat van een Schotse soldaat. Die avond nam sergeant Hill vanuit de positie aan de Tweede Kruisweg twee secties mee op patrouille naar de volgende huizen in de verte. Hij vergiste zich waarschijnlijk in de route en terwijl de mannen een brug passeerden, vond er een ontploffing plaats. De ondermijnde brug zal waarschijnlijk de brug over de Molenkreek zijn geweest. Dit is echter niet goed te achter halen uit de archiefstukken. Een verkenner werd dodelijk getroffen en acht man raakten gewond. Bij terugkomst bleek tevens soldaat Cadwick vermist te zijn5,6. De gebeurtenissen op zondag 5 november Die nacht bliezen enkele Duitse achterblijvers in het verlaten en zwaar gehavende Dinteloord ook nog de watertoren, de restanten van de kLokkentoren van de kathoLieke kerk en de mo len op. In de haven werd een schip vernield. De molen bij de haven bleek te sterk van construc tie, want ondanks de grote explosie, bleef het metselwerk heel. De volgende ochtend vroeg, 5 november, zon den de 11th Royal Scots Fusiliers een patrouille naar dezelfde brug als de avond ervoor. Er was geen spoor van de vermiste soldaat te vinden. Eén peLoton doorzocht de gebouwen bij de brug, maar er werd niemand aangetroffen. Kort voor het middaguur was een patrouiLLe van B-compagnie het dorp binnengegaan. Tot over maat van ramp verschenen er die ochtend weer geallieerde vliegtuigen boven Dinteloord. Het Franse No. 341 (F) Squadron meldde in haar dagboek dat kapitein Girardon om 08.55 uur van af vliegveld Wevelgem vertrok voor een missie noordwestelijk van Breda. Het doel zou worden aangegeven met witte rook. Omdat de kapitein geen witte rook zag boven de plek die hij als het doel identificeerde, vroeg hij eerst toestemming om de aanval in te zetten. Toen de permissie was gegeven, vielen de Spitfires IX aan. Ze gooiden hun bommenlast en beschoten met hun boord- kanonnen de huizen bij de Havenweg en Molen dijk. Met lichtkogels wisten de aanwezige Britse soldaten de vliegtuigen rond 09.30 uur te waar schuwen, waarna de toestellen snel afdropen12. Nog was de marteling van het inmiddels zwaar gehavende dorp niet klaar. Het vernielde plaats je werd onder vuur genomen door de Canadese artillerie. Artilleriegranaten explodeerden in I Afb.6: Plein 13 in Bergen op Zoom fungeerde als tijdelijke begraafplaats voor de geallieerde gesneuvelden uit de regio. Fotocollectie J. Verhagen 35 De Waterschans 1 - 2015

Periodieken

De Waterschans | 2015 | | pagina 35