advies onder te duiken. Dit heeft hij niet gedaan, omdat hij bang was dat dan zijn vrouw meege nomen zou worden. Op 10 februari 1944 werd hij door de Duitsers opgepakt. Christ weet hiervan het volgende te vertellen: "Het was de avond van mijn twaalfde verjaardag, 10 februari 1944, in een van die beruchte strenge Oorlogswinters. Alles donker, verduisterd, een verjaardag thuis "gevierd" met één vriendje. Het was al niet zo'n geweldige sfeer, toen er ineens werd aangebeld. Mijn vader deed open en tante Anna komt totaal overstuur binnen. Zij noch wij beschikten toen over telefoon, zodat zij te voet naar ons toe was gekomen. Oom Albert was zojuist onverhoeds door de Gestapo opgehaald. Tien minuten om wat spullen bijeen te graaien om mee te nemen. Verder geen toelichtingen. Het is vrijwel zeker dat zij noch mijn ouders iets van zijn verzetsactiviteiten afwisten. In de eerste maanden na het einde van de oorlog ging ik, zoals zoveel mensen, regelmatig naar het station in Bergen als er een trein met ge- repatrieerden uit Duitsland zou arriveren. Dan kwamen er vaak geïnterneerde Nederlandse krijgsgevangenen, tewerkgestelden van de Arbeitseinsatz en soms ook ex-KZ-Lager [con centratiekamp] gevangenen terug. Soms ook gevluchte NSB'ers en verwant tuig. (Sorry voor mijn gedateerde terminologie) Maar geen oom Albert." Dat er sprake was van verraad in deze, is vanzelf sprekend. De hele groep rondom Ir. A.J.L. Juten (voorzitter van de Gewestelijke Ordedienst), met wie Albert van de Laarschot contacten had, werd in twee keer opgepakt. Ook is bekend wie het verraad gepleegd had, namelijk Anton van der Waals. Het bleek dat er alleen al in het Markie- zaat 29 mensen in de gevangenis terecht waren gekomen door deze man. Helaas keerden zes van hen nooit terug, onder wie A.C.J. van de Laarschot. "Op 21 januari 1943 meldde van der Waals zich bij Ir. Juten aan de Noordsingel. Hij stelde zich voor als van der Velden en vroeg Chassé te spre ken". "Het wordt op het vuur gezet", zo zegt hij. Dan laat Ir. Juten hem binnen want zijn laatste rapport aan Engeland was ondertekend met Chassé en had als zinspreuk: "De pot wordt op het vuur gezet". Zo dringt van der Velden bin nen en weet allengs het vertrouwen in Bergen op Zoom geheel te winnen. Radio Oranje legiti meert hem zelfs nog met de door Ir. Juten ge vraagde slagzin: "Glymes houdt het vuur warm". Maandenlang wordt het contact aangehouden en wekelijks worden besprekingen gevoerd over bevrijding, verzet en organisatie, spionage en sabotage. Van der Velden is echter een spion en zodra hem voldoende gegevens bekend zijn, slaat hij zijn slag. Het is 21 juli 1943. In een paar dagen worden in onze stad 29 mensen gearresteerd, waarvan er 14 na korte of langere tijd worden losgelaten. De anderen verdwijnen in de gevangenis. Het zijn Ir. J.L. Juten, Jan Dercks, W. Kunzel, Fr. Marits, J. Weijt, George Monté, M. Huijsman, A. Verpalen en Mej. M. Proost allen uit Bergen op Zoom. Ver der J. Vlamings uit Dinteloord, Delhez uit Steen bergen, Mej. L. van der Elst en A. de Gruyter uit Roosendaal en W. Hoogendoorn en van Tuil. Op 10 februari 1944 verdween een nieuwe serie mannen in de gevangenis, te weten W. Aarnoud- se, J. Oerlemans, P. van Duin, J. van der Heijden, C. Adriaansen, L. Meyvis, P. van Lammeren, H. Lamers, A. van de Laarschot en A. Bruijs, allen uit Bergen op Zoom. S. en A. Snoeyers, K. Dolk en S. de Jong uit Roosendaal. A. Dorreman uit Putte, M. Kramer uit Hoogerheide en Jan Roosendaal uit de Heen en Quist uit Steenber gen. Al deze verzetsmensen werden naar Haaren gebracht en in 1944 verder naar Duitsland ge transporteerd. Zes van hen zijn nooit teruggekeerd. Van uitput ting lieten zij het leven in een Duits concentratie kamp. Het zijn: Jan Dercks, Fr. Marits, A. van de Laarschot, allen Bergen op Zoom. M. Delhez en B. Quist uit Steenbergen en Mej. L. van der Elst uit Roosendaal. De anderen keerden in mei 1945 allen naar huis terug. Zo eindigde voor onze stad deze tragedie die thans haar slotakte beleeft in Rotterdam waar de verrader Anton van der Waals zijn ge rechte straf niet zal ontgaan.14 Anton van der Waals werd na de oorlog ter dood veroordeeld en op 26 januari 1950 geëxecuteerd. Na te zijn opgepakt werd Albert van de Laar schot eerst naar Haaren gebracht. "Op 23 juni 1944 spraken drie rechters van het Bossche Feld Gericht in het seminarie in Haaren 54 maal het doodvonnis uit. Deze werden niet voltrokken. 51 De Waterschans 2 - 2015

Periodieken

De Waterschans | 2015 | | pagina 11