iS
kunnen de datering van de afbraak van de toren
helpen preciseren.28
Onder meer op enkele zeventiende-eeuwse
stadsgezichten is de torenbekroning te zien: op
een schilderij van Hendrick de Meijer, Gezicht op
Bergen op Zoom, circa 1640: Het Markiezenhof,
Bergen op Zoom, bruikleen Museum Boijmans-
Van Beuningen, Rotterdam), op een prent van
Joannes Peeters Bergen op Zom, eerste helft
zeventiende eeuw), op prenten van Samuel de
Swaeff en Jacobus ab Heden [Mille Periculis Su-
persum, 1634), Pieter Hendrikszoon Schut [ca.
1657) en Caspar Bouttats [Bergen op Zoom, 1662,
ca. 1675).29
Ook in de achttiende eeuw werd de toren nog in
intacte toestand getoond, wanneer gebaseerd op
een voorbeeld van vóór 1 708.30
Er is echter een contemporaine tekening bekend
van Abraham de Haen die een geactualiseerd
zicht biedt op de stad, vanuit zuidoostelijke rich
ting in 1739 [afb. 7).31
Daarnaast had De Haen omstreeks de zelfde
periode een gezicht van de binnenplaats van het
markiezenhof getekend, dat bekend is dankzij
een gravure naar deze tekening door Hendrik
Spilman, gepubliceerd in Verheerlijkt Nederland,
deel I, Isaak Tirion, Amsterdam 1739, nr. 7 [afb. 8).32
Deze verdwenen tekening is waarschijnlijk de
vroegst bekende afbeelding van de grote toren
in vernieuwde toestand. Deze toont - net als de
gravure - de later door Faure genoemde balus
trade, die samen met een platform de toren be
kroonde.33
Van recentere datum zijn geactualiseerde beel
den van Bergen op Zoom als stadsgezichten en
-profielen gemaakt naar aanleiding van het beleg
van 1747.
Decker lijkt in 1732 dus weliswaar van een rela-
Afb. 7: Abraham de Haen, Bergen op den Zoom, tekening, 1739. Foto: Markiezenhof, inv. nr. AM 59.
De Waterschans 2 - 2015
62