Moermond in het Markiezenhof,
topografische motieven in het Van Sypesteynbehangsel
Jan Peeters
Wie als bezoeker voor de eerste keer door het
Markiezenhof dwaalt en via de Blauwe Zaal in
de Tuinvleugel terechtkomt, zal zich verbazen
over de rijke achttiende-eeuwse inrichting
van de zalen en kamers. Als vanzelfsprekend
zal hij dat alles associëren met de voormalige
hoog-adellijke bewoners van het hof.
Maar de bezoeker wordt in feite op het verkeerde
been gezet, want het historische verband dat
impliciet gesuggereerd wordt, is er niet. Alleen
wie de moeite neemt om de tekst in de geplasti
ficeerde informatiebladen tot zich te nemen (de
meeste bezoekers komen om te kijken, niet om
te lezen), zal zich realiseren dat er, met uitzon
dering van de portretten, geen objecten zijn die
enige relatie hebben met de markiezen. Die hele
prachtige, stijlzuivere inrichting van de kamers
in de Tuinvleugel, met al die meubels in Louis
XIV, Louis XV en Louis XVI stijlen (begin, midden
en eind achttiende eeuw) is een bedenksel uit de
periode waarin het complex werd gerestaureerd.
Een a-historische inrichting
Zeker, zo had het er misschien uit kunnen zien in
het Markiezenhof in de achttiende eeuw, maar zo
was het niet. Want al heel kort na het overlijden
van markies Francois Egon in 1711 kwam er een
einde aan de bewoning, althans door de markie
zen. De erven van Francois Egon verhuisden naar
elders en lieten hun appartementen (de kamers
in de Tuinvleugel) gedurende de rest van de acht
tiende eeuw leeg staan. Francois Egon was be
gonnen deze appartementen te verbouwen, maar
Afb. 1: De Augustakamer, overzicht met behangselpanelen 2 en 3. Foto: Het Markiezenhof.
69
De Waterschans 2 - 2015