vaardiger van de doeken in de Augustakamer.
Meijer, geboren in Amsterdam, zette een atelier
op in Haarlem. In 1 775 verhuisde hij zijn bedrijf
naar Leiden.10 Een tweede behangsel van Meijer
is bewaard gebleven in museum De Lakenhal in
Leiden11; een fraaie, gekleurde tekening uit 1767
van een landschap dat nauw overeenkomt met
één van de landschappen in de Augustakamer
bevindt zich in het Rijksprentenkabinet.12
Het Van Sypesteynbehangsel
In 1 775 of iets eerder zal Meijer opdracht hebben
gekregen om een behangsel te maken voor de
zaal in het zojuist gebouwde kapitaal herenhuis
van Cornelis Ascanius V van Sypesteyn (1722
1783, spreek uit: Siepestijn) in Haarlem. Het huis
was genaamd De Wenteltrap en bevond zich op
het huidige adres Zijlstraat 70-72. In de negen
tiende eeuw kreeg dit huis een nieuwe functie en
werd het getransformeerd tot het gerechtsge
bouw waarvan boven sprake was.
De opdrachtgever van het behangsel behoorde
tot een invloedrijk en vermogend geslacht van
Haarlemse regenten. Hij was een zoon van Cor
nelis Ascanius IV van Sypesteyn en Maria de
Lange (zie het artikel van Bart van Eekelen in
deze Waterschans). Zoals zijn vader vervulde
Cornelis Ascanius V een groot aantal bestuurs
functies in Haarlem. Door erfenis werd hij boven
dien ambachtsheer van Renesse en Moermond.
Zodoende bezat hij land en heerlijke (adellijke)
rechten in de kop van Schouwen-Duiveland.13
Het thema van het door Meijer voor Van Sypesteyn
geschilderde behangsel is een landschap met
boerderijen, boeren en boerinnen, koeien, sloot
jes, bosschages en dorpskerkjes. Dat lijkt mis
schien een voor de hand liggend onderwerp,
maar dat was het destijds nog niet. Meijers
landschappen zijn Hollands, of Nederlands, of
ze zijn minstens op het Nederlandse landschap
geïnspireerd. Dergelijke landschappen treffen
we pas sinds de jaren 1760 in behangsels aan.
Landschappen in oudere behangsels zijn klas
siek of classicistisch van aard, met Romeinse
tempels, ruïnes, sculpturen, Italiaanse waterval
len, et cetera. In de tijd waarin Meijer het Van
Sypesteynbehangsel schilderde, was de smaak
aan het veranderen. In dezelfde periode (tweede
helft van de achttiende eeuw) vond er een her
waardering plaats van de zeventiende-eeuwse
Hollandse landschapsschilders zoals Ruisdael
en Hobbema. Het had allemaal te maken met
het begin van de Romantiek, men ging met an
dere ogen naar de natuur kijken, ook die van het
eigen land.14
Als je voor het Van Sypesteynbehangsel staat en
je ogen over die fraaie en aangename schilde
ringen laat dwalen, doet zich onwillekeurig de
vraag voor welke landschappen het zijn, waar ze
zich bevinden. In de literatuur over behangsels
met Hollandse landschappen wordt gesteld dat
dergelijke voorstellingen op fantasie berusten en
geen topografische gezichten weergeven, geen
landschappen zoals ze in werkelijkheid beston
den. Er was wat dat betreft in de schilderkunst
een lange traditie. Richard Harmanni, die in zijn
proefschrift een breed en helder overzicht geeft
van de Hollandse behangsels en behangsel
schilders in de tweede helft van de achttiende
eeuw, vermeldt slechts één uitzondering op de
regel. Het betreft bovenvermeld behangsel in
De Lakenhal, toevallig ook van de hand van Hen-
drick Meijer, in 1776 geschilderd voor het Leidse
Bierbrouwersgilde. Hier zijn twee topografische
gezichten afgebeeld (een brouwerij en een mout-
molen), evenals twee interieurs (die van de mou
terij en de brouwerij).15
Het Van Sypesteynbehangsel was in 2009 het on
derwerp van een nauwkeurig onderzoek door de
Amsterdamse kunsthistorica Lidewij Meijer (geen
familie!). In haar verslag gaat ze in op een groot
aantal technische aspecten van het behangsel.16
Met Lidewij heb ik in 2010 voor het behangsel
gestaan en samen hebben we geconstateerd dat
de afgebeelde landschappen niet kenmerkend
zijn voor de omgeving van Haarlem, waar zowel
de schilder als de opdrachtgever woonde, maar
ook niet voor Zeeland, waar de ambachtsheer
lijkheden van Van Sypesteyn gelegen waren. De
landschappen, de kerktorens, de architectuur
van de boerderijtjes en de heuvels in de verte
doen misschien nog het meest denken aan Oost
Nederland.
Sommige landschappen zijn merkwaardig ge
componeerd in de vorm van een stapeling van
beeldelementen die onwaarschijnlijk aandoet.
In bovengenoemde gesigneerde en 1767 geda
teerde gekleurde tekening van Hendrick Meijer
in het Rijksprentenkabinet is hetzelfde type land
schap weergegeven.17 Kennelijk waren dergelijke
De Waterschans 2 - 2015
74