De Zoomweg: het verhaal
achter de autosnelweg A4
Deel 1: het tracé langs Wouw (1959-1971)
Stefan Sweijen
De A4 tussen Bergen op Zoom en Dinteloord
is nu eindelijk geopend. Deze autosnelweg stond
lang op de planning. Zo hebt u de ontwikkelin
gen van de aanleg rondom Steenbergen van de
afgelopen vijftienjaar vast nog in uw herinnering.
Minister Netelenbos stelde namelijk in 1998
het tracé vast, maar drie jaar later vernietigde
de Raad van State dit voor het gedeelte langs
Steenbergen. In 2011 keurde zij het nieuwe
voorstel van Rijkswaterstaat goed: de snelweg
mocht aangelegd worden. In november 2014
konden de eerste auto's eroverheen rijden. Nu
heeft West-Brabant een snelle verbinding met
de Randstad; is de provinciale weg (N259) ont
last van doorgaand verkeer; en ligt Bergen op
Zoom aan een knooppunt van twee snelwegen.
Wist u dat de weg al veel eerder gepland was,
namelijk in de jaren vijftig?1 In dit artikel ga ik
op zoek naar de planologische geschiedenis van
de autosnelweg A4 tussen Dinteloord en België.
Dit is een archiefonderzoek naar het beleid en
de besluitvorming van de betrokken partijen
(rijksoverheid, Rijkwaterstaat, provincie en de
gemeenten).2
Het artikel is opgedeeld in twee delen. Voor u
ziet u het eerste deel: dit gaat over de periode
tussen 1959 en 1971, toen het tracé nog langs
Wouw gepland was. In het tweede deel zal ik
verder gaan vanaf 1972, waarin besproken wordt
dat het tracé zijn huidige vorm zal krijgen.
De snelweg heet nu de A4, hoewel het stuk tus
sen Rotterdam en Dinteloord onlangs nog als de
A29 werd aangeduid. Voordat de A-nummering
werd ingevoerd, stond de weg als Rijksweg 19
bekend. Gebruikelijk was dat rijkswegen een
eigen naam kregen. De A4 tussen Den Haag en
Rotterdam werd de Beneluxweg genoemd, het
West-Brabantse gedeelte de Zoomweg. Voor dit
artikel komen drie verschillende benamingen
voor, waarmee ik dezelfde weg bedoel (namelijk
de huidige A4, de voormalige Rijksweg 19 en
de vroeger gehanteerde naam Zoomweg voor
het gedeelte tussen Dinteloord en de Belgische
grens).
Een nijpend tekort aan wegen
De rijksoverheid had in 1927 al het eerste Rijks
wegenplan opgesteld: een landelijk beleid om
het snelle autoverkeer te scheiden van het lang
zame. In de vooroorlogse jaren namen de nati
onale en internationale ontwikkelingen op het
gebied van automobiliteit en verkeersinfrastruc
tuur sterk toe. Van wat we nu een autosnelweg
noemen (gescheiden rijbanen en ongelijkvloerse
kruisingen, bedoeld voor het snelle autoverkeer)
werd de eerste versie in Duitsland geopend in
1935. Nederland volgde twee later met het weg-
vak tussen Voorburg en Woerden.3
Rijkswaterstaat legde enkele korte stukken hier
na aan, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog
en de wederopbouw stagneerde de wegenbouw.
Na 1945 waren alle energie en middelen hard
nodig om het land (economische instellingen, de
bestaande infrastructuur en de woningen) te
herstellen, waardoor er een beperkt budget
beschikbaar was om de nieuwe wegen van het
Rijkswegenplan verder uit te voeren. In vijftien
jaar tijd werd slechts 500 kilometer aangelegd:
veel te weinig gezien de snelle ontwikkelingen
van het autobezit.
Na de Tweede Wereldoorlog kende de automobi
liteit een enorme groei. Zo stonden er in 1949 in
Nederland 113.000 personenauto's geregistreerd.
Sindsdien verdubbelde het aantal elke vijf jaar:
in 1964 reden er al meer dan een miljoen auto's
rond, in 1969 meer dan twee miljoen.
Deze explosieve toename van twee miljoen
auto's in twintig jaar veranderde het straatbeeld
aanzienlijk.4
Een eigen auto werd steeds bereikbaarder voor
iedere Nederlander, ook voor degene met een
modaal inkomen. Deze massamotorisering leid
de tot een toenemende drukte op de weg.5
De bestaande lokale en regionale wegen hadden
De Waterschans 3 - 2015
110