r Luxembourg I VPRES BR SS LAW B ERG' OP-ZO O M Zoom, de zeilmaker Gerrit Visser, verlieten zij in de vooravond van de 8ste maart hun kampement op de Noordgeest. Onder de Thoolsedijk langs, wadend door het ijskoude water van het haven kanaal en kruipend over het zeeijs, trokken zij op naar de vesting. Om vervolgens via storm ladders als een van de eersten de hoofdwal te betreden. Na heel wat schermutselingen is Carleton uiteindelijk aangekomen aan de Wouw- sepoort, daar bevond zich een troep Fransen onder commando van de bataljonschef Baron. Carleton stapte arrogant en vol zelfvertrouwen naar voren en eiste hun overgave, als antwoord kreeg hij de kogel. Een saillant detail is hier wel, dat hij met hetzelfde zwaard vocht dat zijn vader Generaal Sir Guy Carleton zevenenzestig jaar eerder, in 1747, staande op dezelfde hoofdwal van de Bergse vesting, ook had gebruikt. Veel inwoners van de stad hadden zich spontaan aLs gids aangeboden. Naast de aL genoemde Gerrit Visser de zeilmaker, meldde zich ook handelaar Zegers, kamerbehanger Hooibroek met zijn jongere broer en als laatste schipper Jilles de Haas. Bij veel inwoners van de vesting stad heerste al langer een gevoel van verzet te gen de Franse bezetters. Tal van burgers zoals de gids Gerrit Visser kwamen graag in opstand en sprongen in de bres voor het vaderland. On danks de strenge censuur van de Franse bezet ters verhieven zij hun stem en lieten zij zich, met gevaar voor eigen leven, de mond niet snoeren. 'Vervloekte rover!' en 'Oranje Boven!' klonk het door de straten van de vesting. Maar er waren ook minder hulpvaardige Ber- genaren, die slechts onder grote druk en een som geld bereid waren om hun medewerking te verlenen. Zoals een zekere Van den Enden, die bij de Genie en fortificatiewerken werkzaam was en net even buiten de vesting onderaan het talud voor de Steenbergsepoort woonde. Hij had van Bizanet de opdracht gekregen om bij onraad in de nachtelijke uren buiten de vesting, een lantaarn aan de schoorsteen te ontsteken met het licht stadwaarts gericht. Dit mocht zeker niet gebeuren, dus werd in opdracht van de En gelse legerleiding de olielamp onklaar gemaakt. Ook officieren van het toenmalige Nederlandse leger-in-oprichting, zoals de twee kapiteins der genie, J.E. van Gorkum en F. van der Wijck, wer den ten tijde van de aanval op de Bergse vesting aan de Engelse generale staf van generaal Gra ham toegevoegd. Naast hun andere taken wer den zij als gids ingezet, evenals de oud-kapitein Cyprianus de Bère. Van de Kapitein-ingenieur Van der Wijck is bekend dat hij op de avond van de 8ste maart niet is komen opdagen maar ook later onvindbaar is gebleven. De oud-kapitein Cyprianus de Bère is op dramatische wijze om het leven gekomen. Het werd als volgt in een verslag vermeld: 'Slechts lichtgewond staande in het water van een bevroren gracht biedt De Bère zijn horloge aan, voor als hij gered wordt. Als reactie op dit verzoek wordt hij door enkele jonge Franse dienstplichtigen zwaar mishan deld waaraan hij enkele dagen later overlijdt.' Zijn lijk werd door de Britse legerleiding als dat van een bevriend officier opgeëist en onder hun begeleiding in zijn woonplaats te Wouw begra ven. Helaas is zijn graf in Wouw, evenals dat van John Purvis in Roosendaal, niet teruggevonden. Voor zover ons bekend, was er naast de hon derden slachtoffers aan militaire zijde ook een tweetal burgerslachtoffers te betreuren. Het Afb. 7: De Arc de Triomphe te Parijs, detail. Foto Paul Versijp. 127 De Waterschans 3 - 2015

Periodieken

De Waterschans | 2015 | | pagina 31