Rivaliteit op het hoogste niveau
De animositeit tussen Jan van Walhain en
Filips van Kleef als factor in de Vlaamse Opstand
(1488-1492)
PHILIPES DKCl EVES S-DFRAVESTE1N
Joey Spijkers
'Alle oorlogen die zijn geschied en de inbreuk
van de vrede en alles dat er is gebeurd tegen
de eer van mijnheer Filips, is bewerkstelligd
door de heer van Walhain en anderen van zijn
soort, uit haat tegen mijnheer Filips. Om zijn
verdoemelijke ambitie te bevredigen scheen
het hem dat hij niet zeker van zijn status kon zijn
als mijnheer Filips niet publiekelijk zou wor
den verbannen en het land werd uitgejaagd.'1
Zo Luidde de conclusie van een verweerschrift
dat de Brabants-VLaamse edelman FiLips van
KLeef (1459-1528) d oor een geleerde schrijver op
had laten stellen en aan de koning van Frankrijk
liet bezorgen in 149 2.2
Zijn eer had wel verdediging nodig. Filips werd
in de zomer van 1488 leider van de zogenaamde
Vlaamse Opstand tegen het gezag van Maximili-
aan van Oostenrijk (1459-1519), de grootste re
volte die de Nederlanden kenden vóór de Tach
tigjarige Oorlog. Tegen de tijd dat deze tekst
geschreven werd, zo'n vierenhalf jaar later, liep
de opstand op zijn eind en werd Filips in het
nauw gedreven. Omdat hij de oorlog niet meer
kon winnen, was het in ieder geval belangrijk
dat eenieder wist dat hij er nooit schuld aan had
gehad en dat alles een complot van de heer van
Walhain was.
De heer van Walhain was Jan van Glymes-Bergen
(1452-1532), de latere Jan III van Bergen op Zoom.
De succesvolle carrière van Jan is inmiddels
goed bekend. Hij schopte het tot staatsman en
diplomaat van internationaal niveau onder Filips
de Schone en Karel V.3
Dat hij zulke machtige vijanden had gemaakt,
wordt daarbij in de literatuur over het hoofd
gezien. Korneel Slootmans besteedde in zijn
biografie van de heren van Bergen op Zoom bij
voorbeeld ruim aandacht aan de oorlog tegen
Filips van Kleef, maar ontwaarde daarin geen
bijzondere vijandschap tussen hem en Jan van
Walhain. Dat Filips in 1488 zijn troepen in het
slot Namen legerde nadat die van Jan waren
verdreven door de bevolking, noemde hij niet
meer dan een 'onaangename gebeurtenis'.4
Toch mag het aan de hand van het bovenge
noemde citaat duidelijk zijn dat er meer speelde.
Waarom had de opstandelingenleider Filips van
Kleef zo het land aan Jan van Walhain?
Afb. 1: Filips van Kleef. Tempera op papier, op paneel geplakt.
Onbekende kunstenaar, eind vijftiende eeuw. Collectie Musée
Condé, ChantiHy.
De Waterschans 3 - 2015
132