In dit artikel wil ik proberen aan te tonen dat de twee mannen al langer rivalen waren, waarom zij dat waren en dat zij in zekere zin typerend zijn geweest voor een oude en een nieuwe adel in de Nederlanden. Bourgondische redding en Habsburgse doorstart Om de positie van de adel in 1492 te begrijpen moeten we terug naar 1477. De Bourgondische hertog Karel de Stoute kwam op 5 januari om op het slagveld bij Nancy. Zijn enige nakomelinge, de negentienjarige Maria de Rijke (1457-1482), erfde een samenraapsel van territoria in de Nederlanden en de Bourgondische stamlanden. De Franse koning zag zijn kans schoon en viel na enkele dagen binnen in Picardië en Bourgondië.5 In deze roerige tijden wisten enkele edelen de Bourgondische Nederlanden bij elkaar te hou den en te redden van desintegratie. De belang rijkste onder hen was Adolf van Kleef, die het stadhouderschap van de Nederlanden op zich nam. Adolfs jeugdige zoon Filips werd benoemd als co-stadhouder.6 De Kleefs, heren van Ravenstein (tegenwoordig Noord-Brabant), waren niet de eerste de beste edelen; zij stamden af van de Bourgondische hertogen en de koningen van Portugal. Als zo danig werden zij gerekend tot de 'edelen van den bloede', de familieleden van het hertogelijke huis, en beschikten zij over voorrechten en een bijna ongenaakbare status.7 Hertogin Maria trouwde intussen met de Duitse keizerszoon Maximiliaan uit het Oostenrijkse huis Habsburg. In 1478 werd hun zoon Filips de Schone geboren en in 1480 volgde diens zusje Margaretha. Als hertog-gemaal bleek Maximi liaan al snel een autoritair leider die weinig bereid was om compromissen te sluiten met de Fransen. De meeste inwoners van de Nederlan den waren niet enthousiast om de dure oorlo gen te bekostigen die als doel hadden Picardië of Vermandois te heroveren, laat staan voor het verre Bourgondië en Franche-Comté. Maxi- miliaans afkeer van de Fransen stuitte ook op weerstand bij adel. De aristocratie wilde de Ne derlanden niet graag bij Frankrijk ingelijfd zien, maar had vaak wel familieleden aan het hof aldaar. Bovendien probeerde Maximiliaan veel van de macht die de edellieden zichzelf hadden toegeëigend in deze rumoerige tijden, weer naar het hoogste gezag terug te trekken.8 Tegen deze machtige elite poogde Maximiliaan een nieuwe, voor hem betrouwbare toplaag te creëren. Deels bestond die uit snel opklimmende financiële beambten, deels uit jeugdvrienden die hij had meegenomen uit Oostenrijk. Maar ook Nederlandse families werden ingezet: de Croys stegen weer in aanzien en een aantal families dankte hun doorstoot naar de absolute top aan deze begunstiging. Daaronder bevond zich niet alleen het huis Glymes-Bergen, maar ook dat van Nassau en dat van Egmond.9 Jan van Walhain werd in 1481 verkozen tot lid van de Orde van het Gulden Vlies, de prestigieu ze ridderorde van de Bourgondische hertogen. Zijn jongere broer Cornelis zou in 1491 worden verkozen en hun oudere broer Hendrik, de bis schop van Kamerijk, werd kanselier van de Orde in 1493. Crisis en succes Toen Maria in 1482 stierf, besloten de steden van het graafschap Vlaanderen Maximiliaan niet te accepteren als regent van zijn minderjarige zoon, de nieuwe hertog Filips de Schone. In plaats daarvan stelden zij een regentschapsraad aan. Deze bestond voor een deel uit edelen die in 1477 nog onontbeerlijk waren voor het overleven van de Bourgondische erfenis als unie, maar die Afb. 2: Hofchroniquer Jean Molinet biedt Filips van Kleef zijn bewerking aan van de Roman de la Rose. Miniatuur, tempera op perkament. http://en.wikipedia.org/wiki/FileJean_ Molinet_presents_his_book_to_Philip_of_Cleves.jpg 133 De Waterschans 3 - 2015

Periodieken

De Waterschans | 2015 | | pagina 37