die op de tweede zolder zijn genageld. De pro filering van het sleutelstuk van de moerbalk in de zolderbalklaag laat een datering in de eerste helft van de zestiende eeuw toe (afb. 6). De de ling van het grote langshuis in tweeën is al lang aanwezig. Het lijkt aannemelijk, dat de in 1568 vermelde bouwactiviteit door Jan Janszn. be stond uit de vernieuwing en verhoging van een bestaand huis, met hergebruik van bestaande bouwdelen. De zuidelijke bouwmuur vertoont interessante bouwsporen. Op de eerste verdieping is de bin nenzijde zichtbaar van een topgevel, afgewerkt met vlechtingen. Het formaat van de genuan ceerd gele bakstenen is 19 x 9 x 4,5 cm. Dat kan duiden op een bouwtijd rond 1500. De verhoging van de gevel heeft een zeventiende-eeuws bak steenformaat van 17 x 7,5 x 4 cm. Er is ook een dichtgezette raamopening zichtbaar (afb. 5). Op de begane grond is nabij de achtergevel een lampnis bewaard, die overigens al in de zestien de of zeventiende eeuw dichtgemetseld is (afb. 7). De vorm van de topgevel spoort met die van de kap. Als beide uit dezelfde fase zouden date ren zou de hoogte van de begane grond, boven het bestaande keldergewelf slechts omstreeks twee meter bedragen, terwijl de voorzijde de voorgevel circa een meter buiten de huidige rooilijn zou komen en de lampnis dan buiten de verwachte achtergevel zou liggen. De bouw- sporen op de spantbenen lijken dus meer op hergebruik te duiden. De topgevel moet dan een overblijfsel van het voorgaande lagere huis zijn. In deze muur is nabij de voorgevel een voor malige doorgang herkenbaar aan een naad en omlopend stucwerk, wellicht daterend uit een periode dat de nummers 2 en 3 verenigd waren. De noordelijke scheidingsmuur zal omstreeks 1600 gebouwd zijn toen het huis nadrukkelijk in tweeën bewoond werd. Toen zal ook de ver diepingsbalklaag vervangen zijn door de nu nog bestaande moer- en kinderbalkenlaag. De noordmuur is wel ernstig verstoord, maar is in hoofdzaak opgebouwd van bakstenen met een formaat van 18 x 9 x 4 cm. Ongeveer in het mid den, waar in de zolderbalklaag ook nog een raveling9 aanwezig zijn, heeft de oudste stook plaats gelegen. De kelder is overkluisd met een tongewelf, met as loodrecht op de rooilijn. Gewelf en muren zijn gemaakt van bakstenen met een formaat van 17 x 8 x 4 cm. Aan de noordzijde loopt de kelder door onder de scheidingsmuur met het buur huis. Oorspronkelijk zijn daarbij het bouwen van de scheidingsmuur al bakstenen kolommen als ondersteuning aangebracht. Toch is de muur door het gewelf gaan zakken. Om dat te stoppen zijn later nog extra kolommen toegevoegd (afb. 8). Gewelf en muren zijn grotendeels gepleis terd. Aan de straatzijde is er aan de zuidzijde Afb. 4. Verdiepingsplan: a. moerbalk verdiepingsbalklaag; b. moerbalk zolderbalklaag; c. steunberen kelder. Tekening Jan Weyts. Afb. 5. Doorsnede A. Tekening Jan Weyts. Afb. 6. Sleutelstuk. Tekening Jan Weyts. 165 De Waterschans 4 - 2015

Periodieken

De Waterschans | 2015 | | pagina 21