markiezin en verbleef Maria Henriëtte Theresia er korte tijd. De financiën waren niet op orde, waardoor de Raad van Brabant beslag had laten leggen op het meubilair van het hof.4 Op 4 juni 1728 stelde de moeder van Carl Theodor een centrale kas in voor het ambtenarenapparaat van het markiezaat en op 28 juli 1728 overleed zij te Ilpostein (Hilpoltstein, Palts-Neuburg).5 Destijds was haar erfgenaam Carl Theodor nog minderjarig. Daarom kwam via zijn vader de op dracht aan zijn overgrootmoeder om als regen tes tot de meerderjarigheid van Carl Theodor het markiezaat te besturen. Op 21 december 1728 werd haar regentschap bevestigd door de Raad van Brabant. Zij besteedde deze taak echter uit aan de domeinraad van het markiezaat, die was gevestigd in het Markiezenhof. De beslaglegging werd opgeheven en in september 1729 kreeg Maria Henriëtte Theresia toestemming om de overgebleven huisraad van het Markiezenhof veilen in Brussel.6 Op 7 september 1729 werd Carl Theodor voorlopig beleend met het van zijn moeder geërfde markiezaat.7 Carl Theodor werd de eerste zes jaren van zijn leven opgevoed aan het hof van zijn overgrootmoeder. Opvoeding te Sulzbach en Mannheim Op 25 januari 1731 kreeg Carl Theodor dankzij het tweede huwelijk van zijn vader een stiefmoe der, de hertogin-weduwe Eleonore Philippine Christine, waarna hij in Sulzbach onder haar leiding werd opgevoed. Carl Theodor reisde daarom tussen Brussel en Sulzbach. Zijn vader Johann Christian Joseph had in Sulzbach na melijk zijn hoofdresidentie.8 Dit betekende niet dat Carl Theodor zich er vestigde: gedurende zijn opvoeding verbleef hij op meerdere plaat sen. Vanaf oktober 1731 kreeg Carl Theodor ook privéonderwijs aan het hof van zijn overgroot moeder te Brussel, eerst van de jezuïet Jakob Esser en - nadat die ziek geworden was - vanaf november 1731 van de jezuïet Franz Seedorf.9 Ook was Albert Josef, markies van Itter (Ittre) in hofdienst als privéleraar.10 Vanaf 1732 was Carl Theodor verloofd met Elisabeth Augusta. Na het overlijden van Johann Christian Joseph op 20 juli 1733 werd Carl Theodor paltsgraaf van de Palts-Neuburg en Palts-Sulzbach. Keurvorst Karl III Philipp van de Palts (1661-1742) werd voogd van Carl Theodor. Karl Philipp bestuurde, zoals bepaald in het testament van Johann Christian Joseph, namens Carl Theodor het vor stendom Sulzbach en het markiezaat Bergen op Zoom, hoewel het bestuur over het markiezaat aanvankelijk was uitbesteed aan Maria Henriëtte Theresia del Caretto.11 Karl Philipp besteedde deze taak dan ook uit aan Maria Henriëtte.12 In de praktijk bleef de domeinraad verantwoordelijk voor het bestuur. Omdat Carl Theodor behalve markies ook erfopvolger was geworden van de Paltslanden, wilde Karl Philipp hem in Mann heim in zijn nabijheid houden. Daar ging Carl Theodor deel uitmaken van het jungen Hof'.13 Daarom werd Carl Theodor in 1734, in weerwil van de wens van zijn overgrootmoeder, voor ver dere onderwijzing overgebracht naar Mannheim, de hoofdresidentie van zijn voogd Karl Philipp.14 Dit betekende in de praktijk voor Carl Theodor een definitief afscheid van de Brusselse residen tie. Carl Theodor voelde zich in Mannheim aan vankelijk niet thuis. De opvoeding lag ook hier nog in handen van de jezuïeten. Daardoor wilde de opvoedster en stiefmoeder van Carl Theodor, Eleonore Philippine Christine, vertrekken naar haar geboortegrond, maar Karl Philipp som meerde haar om in Sulzbach te blijven, waarmee 'het karakter van deze stad als residentiestad' gehandhaafd bleef. Carl Theodor reisde door deze verhuizing veel op en neer: "Schon aus den Reisen zwischen Sulzbach, Brüssel und Mann heim wufite der junge Sulzbacher Prinz über das schwierige Problem der Entfernung der Regierungssitze Sulzbach und Mannheim be scheid (...)."15 Bovendien studeerde Carl Theodor mogelijk twee jaren aan de universiteiten van Leiden en Leuven. Ondanks zijn vele reizen door onder meer de Nederlanden heeft Carl Theodor het Markiezenhof wellicht nooit bezocht. Het is zelfs twijfelachtig of hij ooit in Bergen op Zoom is geweest. Rall vermeldde: "Zweifellos war Karl Theodor öfters in Bergen op Zoom, wo seine Eltern getraut worden waren und womit er 1729 belehnt wurde. Auch der Student in Leiden und Löwen dürfte dort gewesen sein." Hij veronder stelde een nicht genau erweisbaren Reisen nach Bergen op Zoom, wo ihm 1 729 gehuldigt worden war (...)".16 Van Ham was minder stellig: "Vielleicht hat Karl Theodor in seiner Jugend Bergen op Zoom besucht. Aber davon ist nichts bekannt."17 Carl Theodor kwam voor zover be kend niet naar Bergen op Zoom gedurende zijn studietijd noch voor zijn inhuldiging. Gedurende zijn opvoeding bleef hij veel reizen en had hij als minderjarige nog geen woning of hoofdresidentie. De Waterschans 1 - 2016 26

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 26