gecomponeerd. In Cannemans opzet om deze verdieping een achttiende-eeuws aanzien te geven, moeten de twee portretten een hoofdrol hebben gespeeld. Canneman heeft ongetwijfeld in eerste instantie gezocht naar een kamer met een wand waar de twee schilderijen, topstukken in de collectie van de gemeente, het beste tot hun recht zouden komen. Dat werd de westelij ke muur in de latere Theodoorkamer. Uitgaande van de aankleding van die muur is de inrichting van het vertrek verder ingevuld en vervolgens die van de andere stijlkamers.3 Als je beide, of één van deze schilderijen, verwijdert, valt de basis weg onder de inrichting van de hele ver dieping. Enkele weken na mijn bezoek arriveerde het schilderij van mr. Feber in het Markiezenhof, voorzien van de gerestaureerde lijst. Bij het uit pakken bleek tot mijn verbazing dat er zich op de rug van het doek een opschrift bevond dat een belangrijke aanwijzing bevatte over de herkomst en oorspronkelijke functie van het schilderij. Het opschrift, in laat achttiende- of vroeg negen- tiende-eeuwse hand, luidt: "Karl Theodor Keur vorst van der Palts/ heer van Ravenstein". Ook het Land van Ravenstein behoorde tot de bezit tingen van Carl Theodor. De betreffende toevoe ging aan het opschrift impliceert dat het schil derij ooit de functie van staatsieportret voor Ravenstein heeft gehad, waarschijnlijk zelfs dat het met het oog op die functie is vervaardigd. Na afloop van de tentoonstelling keerde het schilderij weer terug naar Den Haag. Enkele jaren later werd ik door mevrouw Feber opge beld. Zij vertelde me dat haar echtgenoot on dertussen was overleden. Naar aanleiding van de betekenis van het opschrift op de rug van het portret hadden zij en haar man Ravenstein bezocht, maar toch besloten om de voorkeur te geven aan Bergen op Zoom als toekomstige verblijfplaats voor het schilderij. Mevrouw Feber en haar zoons dachten er over om het portret in eigendom te behouden en het in bruikleen aan te bieden aan het Markiezenhof. Op dat moment was het museum echter bezig met een grote opschoning. De door de directie gevoerde politiek was om zoveel mogelijk bruik lenen af te stoten en om met particulieren geen nieuwe bruikleenrelaties aan te gaan. Acquisitie kon alleen plaatsvinden in de vorm van aankoop, legaat of schenking. Ik stelde mevrouw Feber daarvan op de hoogte en adviseerde haar om het schilderij te laten taxeren. Wanneer het Markie zenhof als nieuwe verblijfplaats nog steeds haar voorkeur had, zou het museum het mogelijk van haar aan kunnen kopen. Kort daarna werd ik 65 en moest ik mijn functie in het museum neerleggen. Driekwart jaar later hoorde ik van de nieuwe conservator, dr. Peter Priester, dat mevrouw Feber het schilderij had laten taxeren en weer contact had gezocht met het museum. Op uitnodiging van mevrouw Feber zijn Peter, Daphne Valentijn en ik het schilderij nog eens gaan bekijken in Den Haag. De directie van het museum besloot vervolgens om de Stichting Vrienden van het Markiezenhof bij de zaak te betrekken. Sinds het eerste begin van het Markiezenhof als museum hebben de Vrienden op velerlei wijze en in allerlei opzicht en het gemeentemuseum ondersteuning gege ven, in het bijzonder waar het acquisitie betreft. Ook Frans van Dongen, voorzitter van de Vrien den, reisde naar Den Haag om het schilderij te zien en om te bespreken op welke wijze de verwerving van het portret zou kunnen worden gerealiseerd. In overleg met de Vrienden en het Markiezenhof kwam mevrouw Feber uiteindelijk tot het gene reuze besluit om het schilderij niet te verkopen, maar om het te schenken aan de Vrienden. De Vrienden hebben het daarna aan het museum in bruikleen gegeven volgens de gebruikelijke pro cedure. De schenking vond plaats tijdens een feestelijke Vriendenavond op 7 oktober 2015. Als blijk van bijzondere dank werd aan mevrouw Feber de erepenning van de Vrienden aangebo den, een replica van de beloonpenning van 1622 4 en werd zij benoemd tot Vriendin van het Markie zenhof voor het leven. Het portret Het schilderij is uitgevoerd in olieverf op linnen, de afmetingen zijn 155 x 120 cm (hoogte x breed te). Links in de voorstelling, direct onder de tafel, bevindt zich een signatuur "P: van Dijk." zonder datering en op de rug is in laat achttien de- of vroeg negentiende-eeuwse hand geschil derd: "Karl Theodor Keurvorst van der Palts/ heer van Ravenstein". De Waterschans 1 - 2016 50

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 50