Noten:
1 De tentoonstelling Meten voor de markies was onderdeel van
het project West-Brabant a la Carte, drie generaties Adan. Het
project vond plaats in de winter van 2007-2008 en was een
gezamenlijk initiatief van Het Markiezenhof, het Gemeentear
chief Roosendaal en Museum Tongerlohuys.
2 W.A. van Ham, Het doorluchtig Huis van Bergen op Zoom, Zalt-
bommel 1977, pag. 74 en pag. 100 noot 128. Met dank aan dr
W.A. van Ham.
3 De keuze van de meest zuidelijke kamer als standplaats voor
de twee schilderijen verklaart waarom de reeks van drie ver
trekken op de verdieping niet in een chronologische stijlvolg
orde is ingericht, wat je van een logisch denkende architect
als Canneman eigenlijk wel had mogen verwachten. Omdat de
schilderijen in schitterende, authentieke Louis XV-lijsten zijn
gevat, is de rest van de zuidelijke kamer (de Theodoorkamer)
ook in die stijl aangekleed. Voor het vertrek in het midden en
dat op het noorden bleven dus de Louis XIV en Louis XVI stijlen
over. Zie ook: Jan Peeters, "Moermond in het Markiezenhof",
De Waterschans 45-2 (2015), pag. 69-71.
4 De oorspronkelijke beloonpenning werd ten geschenke gege
ven aan lieden die zich verdienstelijk hadden gemaakt bij het
afslaan van de aanval op de stad door Spinola in 1622.
5 Vanwege de aanvaarding van het koningschap van Bohemen
door Frederik V van de Palts in 1618 werd hem door de keizer
de keurvorstelijke waardigheid afgenomen. Deze werd geschon
ken aan de hertog van Beieren. Na beëindiging van de Dertig
jarige Oorlog werd Karl Ludwig, zoon en opvolger van Frederik,
in 1654 tot achtste keurvorst verheven. Aan deze speciaal voor
hem gecreëerde waardigheid werd ook een nieuw ere-ambt
verbonden: dat van aarts schat(kamer)beheerder.
6 Zie in deze Waterschans het artikel van Jan Peeters, "De ico
nografie van Carl Theodor", pag. 40.
7 Een dergelijk schilderij is niet bewaard, althans niet voor zover
ik weet.
8 Voor Van Dijk, zie: Thieme-Becker deel 10 (1914), pag. 275; E.
Korthals Altes, "Philip van Dijk, een schilder-kunsthandelaar
met een locale en internationale clientèle" in: Oud-Holland 116
(2003), pag. 34-56; https://en.wikipedia.org/wiki/Philip_van_Dijk.
9 Zie bijvoorbeeld: G. Broersma, "Een briefwisseling uit 1741
tussen prins Willem IV en zijn adviseur Philip van Dijk" in:
Oud-Holland 125 (2012), pag. 45-54.
10 Gabriele Thölken, "Hofmaler und Hofmalerinnen" in: ca
talogus tentoonstelling Mannheim-Düsseldorf 1999, ReiB
Museum en Stadmuseum Düsseldorf, Lebenslust und Fröm-
migkeit, Kurfürst Carl Theodor [1724-1799] zwischen Barock und
Aufklarung, pag. 247. Grotkamp spreekt van "um 1744/5", zie:
Barbara Grotkamp, "Die Bildnisse Carl Theodors und Elisa
beth Augustes", in: catalogus tentoonstelling Heidelberg 1979,
Kurpfalzisches Museum, Carl Theodor und Elisabeth Auguste.
Höfische Kunst und Kultur in der Kurpfalz, pag. 47.
11 Vermelding van schenking aan overheidsinstellingen: zie Grot
kamp, (noot 10), pag. 47.
12 Dr. Van Ham vermeldt de aanwezigheid in het Bayerisches
Nationalmuseum in München van twee medaillons uit 1753
met voorstellingen die nauw verwant zijn aan die van de twee
portretten in de Theodoorkamer. Omdat deze medaillons aan
de schilder Johann Wilhelm Hoffnass (1727-1795) zijn toege
schreven, vermoedt dr. Van Ham dat Hoffnass ook degene is
geweest die beide portretten in de Theodoorkamer heeft ver
vaardigd. Van Ham (noot 2), pag. 100 noot 128, met dank aan
dr. W.A. van Ham.
Ik acht deze toeschrijving echter onwaarschijnlijk. Tot 1753
was Hoffnass nog in de leer bij een onbekende, "middelmati
ge" portretschilder. Hij vertrok in dat jaar naar Rome om daar
verder opgeleid te worden. Pas na zijn terugkeer uit Rome in
1760 kwam hij in dienst bij Carl Theodor. Zie: Samuel Baur,
Allgemeines historisches Handwörterbuch aller merkwürdiger
Personen die in den letzten Jahrzehnd des achtzehnten Jahrhun-
derts gestorben sind, Ulm 1803, pag. 496-497. Bovendien lijkt
er in stilistisch opzicht geen verwantschap te zijn tussen de
doeken in de Theodoorkamer en het werk van Hoffnass.
13 Zie noot 2.
14 Als hofschilder was je verplicht om jezelf ter beschikking
te houden van het hof. Dat had tot gevolg dat je aan of in de
directe omgeving van het hof moest wonen. Om die reden zal
Van Dijk van Middelburg naar Den Haag zijn verhuisd en zal hij
niet de gelegenheid hebben gehad om een reis naar Duitsland
te maken.
15 Archieven van het Land van Ravenstein worden bewaard in het
BHIC (Brabants Historisch Informatiecentrum) in Den Bosch.
Een mooie kandidaat zou het voormalige Gymnasium Aloysi-
anum te Ravenstein zijn. De stichting van deze school werd
door Carl Theodor begunstigd en vond plaats in 1752, precies
in de periode waarin het portret tot stand moet zijn gekomen
(tussen 1747 en 1753). De school, van oorsprong een door
Jezuïeten opgezet kleinseminarie, veranderde in de loop van
de tijd van karakter en werd in 1878 opgeheven. Als het schil
derij ooit tot de goederen van de school heeft behoord, is het
mogelijk vermeld in rekeningen of inventarissen.
De Waterschans 1 - 2016 54