de overnemen van Kees Janssen uit Bergen op Zoom. Janus en Jans werkten altijd samen op de kermis. Het eerste jaar werd de oliebollen- kraam nog op kolen gestookt. Zoals zowel Ger als Rien zich herinneren: "Ons moeder heeft wat afgepoetst". Al snel werd de kolenkachel ingewisseld voor gaskachels wat natuurlijk een heel stuk minder viezigheid gaf. De toonbank en de keuken werden aan de kraam gebouwd. De keuken diende de eerste jaren bovendien ook als woon- en slaapgelegenheid. Een aparte woonwagen, daar was eenvoudigweg nog geen geld voor. De zaken op de kermis gingen goed, want al snel werd het aantal attracties uitgebreid. In 1954 kocht Janus een draaimolen, specifiek een hang- molen, van Van Ekeren uit Bergen op Zoom. Het was gebruikelijk dat attracties zoals draaimo lens werden gekocht van een andere exploitant. Wel werden deze attracties dan later aangepast en vernieuwd. Ger ging al vanaf het begin mee op de kermis. Hij was een jaar of veertien toen de oliebollenkraam werd aangeschaft. Omdat hij in 1954 al twee jaar op de kermis mee ging en oud genoeg was om zelfstandig rond te rei zen, konden ze overgaan tot uitbreiding. Ger ging zodoende met de hangmolen kermis sen af en Janus en Jans gingen op pad met de oliebollenkraam. Soms gingen ze samen naar dezelfde kermis, maar soms ook apart. Een jon gen van een jaar of zestien alleen op pad sturen ging overigens prima toen. Zoals Ger zelf vertelt: "Ik moest zelf voor het eten zorgen. Dan nam je een fles pap mee, en dat at je zo uit de fles, want anders moest je ook nog een bord afwassen. En dan krijg je het aan je maag van die koude pap, dat kan niet anders. Dat zijn dan leuke dingen". Soms ging zijn jongere broer Rien mee met de hangmolen. De oliebollenkraam, daar gaf Rien niets om. Een paar jaar later, toen ook Rien een jaar of zestien was, kwam er nog een draai molen bij, zodat Ger en Rien ieder een 'eigen' molen had. Ze gingen met deze molens meestal niet naar dezelfde kermissen. Er was vaak niet genoeg handel voor twee draaimolens. In de loop van de tijd werd er steeds beter ver diend op de kermis. Het aantal attracties werd uitgebreid, maar ook het feit dat op den duur vier zoons meewerkten, hielp om extra geld binnen te krijgen. Maar bovenal heeft Janus het aangedurfd om zijn kans te wagen en voor het avontuur te gaan. Hij bezat uiteindelijk twee huizen met terreinen en loodsen aan de Fabrieksstraat en een huis aan de Vlijtweg in Halsteren. Janus wilde zelfs een derde huis ko pen, ook in de Fabrieksstraat, voor één van zijn zoons, maar die wilde dat huis liever zelf kopen en heeft dat ook gedaan. Tot slot heeft Janus aan een vierde zoon aangeboden een lening te geven om een huis in de Bernhardstraat in Halsteren te kopen, maar dat durfde die zoon niet aan. Al met al tekenen dat het hen, met hard werken en veel aandurven, goed af ging. PA'ïï->fr Janus en Jans bleven in de loop van de jaren altijd de kermissen in de omgeving afgaan. Ze zijn doorgegaan tot ze een jaar of vijfenzestig, zeventig waren, in de periode 1971 - 1976. Nog lange tijd bleven ze hun zoons op de kermis helpen, want thuisblijven wilden ze niet. Het stoppen op de kermis betekende echter niet dat Janus en Jans uit het sociale leven gestapt zijn. Al tijdens hun actieve kermisleven waren ze sociaal begaan door het organiseren van kermismiddagen voor gehandicapten in het café van Kees Ever in Halsteren en later in de Wittenhorst.4 Nog later organiseerde hij via een dansclub in Halsteren busreizen voor ouderen, in samenwerking met Kras. Mensen die mee wilden, meldden zich dan bij Janus aan en hij Afb. 4. Ger van der Zande [links) met een onbekende bij de omgebouwde BBA lesbus in de jaren '50. Foto collectie Rinus van der Zande De Waterschans 2 - 2016 76

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 20