moest er wel voor betalen, maar er werd een gunstige aflossingsregeling afgesproken. Tot slot verkocht Ger zijn brommer voor 135 gulden zodat ze benzine konden kopen en op pad kon den naar Vlaardingen. Voor zijn eerste kermis had hij "geen dubbeltje om te makken" maar net als zijn vader ging hij het avontuur aan. In het begin werden voornamelijk dorpen in de omgeving op een vaste route aangedaan; de kermissen in de buurt vielen altijd achter elkaar en sloten zodoende goed op elkaar aan. In 1965 trouwde Rien met Malvina Hogie; ook een dochter uit een kermisfamilie. Ook zij had den gelijk een woonwagen, wel klein, maar ze hadden er een. Daar woonden ze gedurende de zomer in. In het begin woonden ze in de winter bij zijn schoonouders in België en later bij zijn eigen ouders. Wel in de woonwagen op het ter rein, niet in huis. Later hebben ze een eigen huis aan de Fabrieksstraat 19 in Halsteren gekocht. Zowel Rien als Ger bouwden veel attracties zelf met onderdelen uit de fabriek Autopedo te Gent in België. Dit gebeurde zonder tekeningen, want zij hadden er niet voor doorgeleerd. 's Nachts in bed verbeelde Ger zich hoe de attractie er uit moest komen te zien. Door gewoon te doen kun je meer dan je denkt. Zoals Ger zelf zegt: "Ik ken 't niet, bestaat niet". Ook de oliebol- lenkraam was van de grond af opgebouwd door Ger zelf. Voor Rien gold eveneens dat hij het meeste zelf heeft gebouwd, vanuit inzicht, zon der opleiding. Hij merkte dat heel veel collega's dat inzicht hebben. Het zelf bouwen gebeurt nu ook nog. Het onderhoud werd zelf door de exploitanten uitgevoerd en dit is nog steeds het geval. Dit geldt in veel mindere mate voor grote attracties, die komen van fabrieken af. Zelfbouw van grote attracties krijg je namelijk niet ge keurd, omdat bij grote attracties veel meer re gels van kracht zijn. In de eerste jaren na de oorlog was er nog weinig centraal geregeld. Zoals hierboven toe gelicht, moest je voor stroom en water aan sluiten bij de mensen thuis, of aantakken zoals Ger en Rien dat zelf noemen. Of men hieraan wilde meewerken, hing veelal af van de relatie die je opbouwde met de mensen in de dorpen. Sommigen hadden een slechte ervaring met kermismensen gehad en weigerden daardoor het jaar daarop stroom en water te leveren. Ger en Bep hebben met veel mensen een goede relatie opgebouwd. Zo vertelt Ger dat er in Abcoude een huis werd verkocht, onder de voor waarde dat de kermismensen van de poffertjes kraam (Ger en Bep dus) water en elektra moch ten blijven afnemen. Een ander voorbeeld van hoe het kon gaan, komt uit Zwanenburg. Hier kregen Ger en Bep aanvankelijk geen water en stroom, omdat de bewoners ervaring had den met kermismensen die weg gingen zonder te betalen. Maar toch was er een man die wel wilde helpen. Ze mochten bij hem aantakken, maar onder geen beding iemand anders. Soms bouwde je zo'n goede relatie op met de mensen dat je zelfs de sleutel van het huis kreeg! Hoe het ook kon gaan vertelt Rien in een anekdote. Meestal ging het aantakken bij mensen wel goed en ook als er niemand was die wilde mee werken, zocht je je weg. Zo had hij bijvoorbeeld bij de kermis in de Zaanenlaan in Haarlem als enige stroom in de woonwagen. Bij gebrek aan een andere voorziening wist hij stroom af te tappen van een lantaarnpaal: "Klepje open, ka beltje eraan en je hebt stroom". Hoewel er toen weinig centraal geregeld was, was alles toen wel gemoedelijker, beamen zowel Ger als Rien; niemand was zo gejaagd als nu. Een ander mooi verhaal van hoe je met elkaar kon omgaan, komt uit Oost-Souburg. Daar leer den Ger en Bep (protestante) mensen kennen die een zoon hadden. Bij deze mensen konden ze voor water en elektra aantakken. Het eerste jaar ging het hele gezin nog op zondag naar de De Waterschans 2 - 2016 78 Afb. 6. De Kinderdroom van Rinus van derZande in de eerste versie. Foto collectie Rinus van der Zande

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 22