m Mlfr kerk. Al tijdens het tweede kermisseizoen bleef de zoon thuis om Ger en Bep aan te sluiten en het derde jaar hielp hij mee op de draaimolen. Echter, niet met Pinksteren, want dan ging hij nog wel naar de kerk. De jaren daarna is hij ook meegegaan naar Cadzand Bad, maar hij moest dan wel op zaterdag terug naar huis, zodat hij op zondag naar de kerk kon. Uiteindelijk hoefde ook dat van zijn ouders niet meer, zolang Ger en Bep hem dan maar niet lieten werken op zondag. Inmiddels gaan ook zijn ouders niet meer naar de kerk. Hij is nog lang mee geweest op de kermis en zij hebben een sterke band met elkaar opgebouwd. Ger en Bep zijn nog bij zijn trouwen geweest en met moederdag kreeg Bep altijd iets van hem. Wat betreft het personeel, gold bij Ger en Bep dat zij tijdens het seizoen over het algemeen meereisden op de kermis. Zij kregen onderdak en eten: "Ze sliepen bij je, ze zaten aan de zelfde tafel en ze aten hetzelfde". Het personeel bestond meestal uit burgers; niet-kermislui. Sommigen gingen jaren achtereen mee, an deren maar één seizoen. Het werd wel steeds moeilijker geschikt personeel te vinden. Het personeel was intern en kostte dus altijd geld. Dan pakte je alles aan om iets te verdienen; ook kleine kermissen. Je wilde je personeel wel aan het werk houden. Attracties werden 's avonds snel afgebroken, ingeladen en vervoerd naar de volgende plaats en dan ging je dezelfde dag met een losse truck terug voor een tweede rit om de rest van de attracties op te halen. Ze werden vervolgens direct opgebouwd en de volgende dag ging je meteen weer open. In het hele sei zoen had je zo geen dag rust. Buiten de inzet van het personeel was het erg belangrijk dat je er als echtpaar voor elkaar bent. Opbouwen en afbreken van de attracties gebeurde met z'n tweeën; door Bep en Ger samen. Doordat ze altijd samen gewerkt heb ben, zijn ze altijd samen geweest en hebben ze altijd alles samen gedaan. Als je al meer dan 50 jaar bij elkaar bent, mis je elkaar echt als een van de twee weg is; dan vind je het leven eigenlijk niet gezellig. Voor broer Rien en zijn vrouw Malvina geldt dat ook zij het altijd samen hebben gedaan. Vroeger hadden ze wel wat vast personeel, maar later zijn ze toch meer zelf gaan doen en soms hadden ze dan een losse hulp nodig voor een dag. Natuurlijk was er daarnaast ook contact met de andere mensen van de kermis. Maar voor Ger en Bep gold dat andere kermismensen meer 'vrienden op afstand' waren. Het is belangrijk om te weten dat niet bij iedere kermisexploitant de vrouw meehielp in het bedrijf. Als de vrouw niet meewerkte, had ze meer tijd om te buur ten. Maar omdat Bep altijd meewerkte, was daarvoor weinig tijd. Voor Rien en Malvina gold juist dat ze veel contact hadden met collega's op de kermissen waar ze stonden. Ook nu heb ben ze deze contacten nog. Tot slot was er ook het contact met burgers. Ger en Bep hebben in hun tijd weinig moeilijkheden ervaren met burgers. Toen zij zelf klein waren, was dat wel anders. Toen werd er toch met een bepaalde blik naar kermismensen gekeken. Hun eigen kinderen hebben daar eigenlijk geen last van gehad. Ook Rien vindt dat er vroeger wel apart naar je gekeken werd als kermisex ploitant, maar dat is wel minder geworden. Het ligt er ook aan hoe je je zelf opstelt tegenover de mensen. Hij heeft niet echt iets vervelends meegemaakt maar wel dat mensen met een bocht om je heen liepen. Wat volgens hem niet veranderd is en nooit zal veranderen: "Mensen die kermis bezoeken denken dat alles goud is wat er blinkt en dat elke euro die binnenkomt in de zakken van de exploitant verdwijnt". Vroeger dachten mensen wel eens dat kermisexploitan ten het makkelijk hebben in de winter maar zij Afb. 7. De Kinderdroom van Rinus van derZande, tweede versie. Foto collectie Rinus van der Zande 79 De Waterschans 2 - 2016

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 23