kon je over de Schelde tot aan Yerseke kijken. Ik
bewaar fijne herinneringen aan mijn jeugd- en
tienerjaren en aan het goede onderwijs van de
broeders van de ALoysiusschooL en mijn leraren
op 't Rijks. Na het Atheneum vertrok ik naar
Delft om aan de Technische Universiteit te gaan
studeren. De stadsbeiaardier aldaar had onbe
wust voor een passend welkom gezorgd: vanuit
mijn zolderkamer hoorde ik elk uur het Merck
toch hoe sterck, een half jaar lang.
In mijn studententijd volgde ik ook nog een
driejarige opleiding koordirectie, waar mijn be
langstelling voor historische muziek is gewekt,
onder andere door Hans Smout, toen een van
mijn docenten. Als jong ingenieur ging ik begin
jaren tachtig aan de slag in de industrie, maar
het toekomstperspectief voor productiebedrij
ven in ons land werd snel slechter. Ik besloot
mezelf om te scholen voor de sector transport
en logistiek en Do Meeus werd mijn leermees
ter. Als bedrijfsleider in zijn onderneming werk
te ik mee aan het bebouwen van de laatste ter
reinen in de TheodoruspoLder en aan het slaan
van de eerste heipaal op de nog kale vlakte van
het op de Schelde veroverde NoordLand.
Het internationale bedrijfsleven lonkte en ik
kwam uiteindelijk in België terecht, eerst als
directeur continentaal Europa voor een Brits
logistiek concern en vanaf 2001 in een soort
gelijke rol voor een Duitse groep. Omdat mijn
beroepsleven zich afspeelde in alle hoeken en
gaten van ons continent maakte het eigenlijk
niks uit waar ik woonde. Dat kon evengoed
Birmingham als Barcelona of Bergen op Zoom
zijn. En hoewel mijn partner Britse is en mijn
ouders inmiddels niet ver van Barcelona woon
den bleef mijn thuis ook in die reislustige jaren
een historisch pand in de Bergse binnenstad.
Als tegenwicht voor al het gereis in het buiten
land en de problemen van de grote wereld bleek
het lokale sociaal-culturele leven voor mij een
vruchtbare uitlaatklep. Ik vond het heerlijk om
als prins van het Krabbegat rond te toeren, ook
al was je vaak pas diep in de nacht thuis en ging
soms om half zes de wekker alweer. Nadat ik
daarmee in 1995 ben gestopt heb ik me vooral
bestuurlijk ingezet, als voorzitter van het Berg
se jazzfestival, van de Ibach-restauratiestichting
en de Stichting Vastenavend. Ook op muzikaal
gebied ben ik, hoewel met wisselende intensi
teit, actief geweest als pianist, zanger, dirigent,
slagwerker of LyraspeLer en zelfs op allerlei cd's
te horen! Van zowel Hortus Musicus ReLigiosus
als Harmonie Oranje Nassau ben ik al tientallen
jaren Lid en bij beide ensembles - hoe verschil
lend ook - geniet ik nog steeds van het samen
muziek maken.
Vijf jaar geleden heb ik besloten een Lang ge
koesterde wens te realiseren: opnieuw naar de
universiteit. Ik ging muziekwetenschap stude
ren in Amsterdam en besloot na een jaar ook
toelatingsexamen te doen aan het conservato
rium aldaar voor de opleiding muziektheorie.
Het 'op Latere Leeftijd studeren' ging me beter
af dan ik had verwacht, want ik haaLde mijn ba
cheLorsdipLoma met honours degree en een cum
laude onderscheiding. Daarmee werd ik toege
Laten tot het researchmasterprogramma kunst
wetenschap, dat ik dit jaar hoop af te ronden.
Naast mijn studie werk ik aLs bedrijfsadviseur
en ben ik voorzitter van de Gertrudis CuLtuur
stichting, die muzikaLe en educatieve projecten
organiseert rondom een van de historische ju
weLen van onze stad: de Gertrudiskerk. Verder
ben ik bestuursLid van de Brabantse CarnavaLs
federatie, waarin ik onze Bergse Stichting Vas
tenavend vertegenwoordig.
De tijd die na mijn afstuderen vrij komt zaL weer
nuttig besteed kunnen worden: het bestuur en
de werkgroepen van de Geschiedkundige Kring
Lopen over van de ideeën en ambities, vooraL in
verband met het naderend vijftigjarig jubiLeum.
Ik zie er naar uit van dichtbij mee te maken hoe
er steeds weer iets nieuws te ontdekken vaLt en
te organiseren is rondom de rijke historie van
onze bijzondere stad en streek!
Koert DamveLd, voorzitter
59
De Waterschans 2 - 2016