wij sinds geruime tijd niets meer gehad hadden
en een vermoeiend gedeelte van de reis achter
de rug hadden, liet het potje zich goed smaken.
Het was wel geen Hollandse pot, doch dat wis
ten wij vooruit en daarom lieten wij ons dan ook
alles welgevallen hetgeen de kok opschepte.
Na ons diner nog een klein poosje gerust te
hebben, stoomde de trein binnen die ons naar
Reims zou brengen, goed op tijd, om 07.24 uur
zette hij zich in beweging.
Dat was een streek, zo mooi, dat wij oogen
tekort hadden om alles in oogenschouw te ne
men; de natuur is wel schoon als men eens een
eindje verder komt dan ons geliefd Krabbestad-
je, steeds afwisselend met heuvels en dalen.
Het eerste stadje wat wij passeerden was Terg-
nier, geheel nieuw gebouwd na den oorlog,
want het oude was geheel in elkaar geschoten.
Verder kregen wij de beruchte Chemins des Da
mes te zien, een bergstreek waar zoo vreeselijk
om gevochten is geworden, duizenden soldaat
jes hebben daar hun leven gelaten in den tijd
van drie jaar, die ze daar gestreden hebben.
Verder kwamen we aan te Laon, een stad zo
mooi gelegen, dat zulks moeilijk te beschrijven
is, dat zou mij te ver voeren: in een woord God
delijk: de Kathedraal ligt op een hoogen berg
en daar omheen ligt het verder gedeelte van de
stad, met heerlijk begroeide boomen.
Verder kwamen aan St. Erne, een dorpje wat
ook geheel tot den grond toe was plat gescho
ten, aan een voet van een berg lag een groot
oorlogskerkhof en niemand onzer zal zeggen
hoeveel mensen daar begraven liggen.
Verder rijdende wisselt het terrein zich af met
plat geschoten bossen, loopgraafgedeelten,
schuilplaatsen en wat zoo al meer tot het oor
log voeren behoort.
Langzaam werd het tegen half tien en naderden
wij Reims, allen waren zeer benieuwd wat de
stad ons te zien zou geven. Doch het eerste was
nog steeds ruïnes, want dat gedeelte wat we
te zien kregen, was reeds geheel nieuw opge
bouwd, hier en daar stak nog een oud gedeelte
boven uit.
Weldra stond de trein stil en een zucht verliet
ons allen van blijdschap dat de reis achter de
rug was.
Overal pronkten vlaggen en het liet zich enigs
zins feestelijk aanzien, want heden waren alle
deelnemers uit de andere landen aangekomen
om deel te nemen aan de 28e Olympische Schiet
wedstrijden en niet minder dan 28 landen nemen
er aan deel.
Ons hotel, wat reeds te voren besproken was
door het Nederlandsch Olympisch Comité, was
vlak bij het station en spoedig waren wij daar
binnen en was reeds kennis gemaakt met onze
kamer.
Een heerlijk hotel met schoone kamers, zoiets
groots treft men in Bergen nog niet aan, en al
len waren blij dat wij ons eens heerlijk konden
verfrisschen en daarna zijn wij de stad nog eens
op gaan nemen, en ik moet zeggen, het was
toen reeds bij elven en was alles reeds gesloten
en in het donker gehuld, zoodat wij niet veel
meer konden zien, maar morgen hopen wij het
beter te kunnen opnemen en wenschen wij U
allen een goede nacht."4
Sportbrief 2
"Van een van onze Bergsche schutters ter
Olympiade.
Gisteravond heb ik U goede nacht gewenst, daar
na heb ik de brief voor U gepost en heb mij
naar mijn hotel begeven, het was toen ruim half
twaalf.
Hedenmorgen omstreeks 06.00 uur zijn wij op
gestaan en hebben ons in uniform gekleed, want
heden was het de officieele opening van de 28e
Olympische schietwedstrijden.
Na ons te voren heerlijk gewasschen te hebben,
want dat kun je daar, een reuzenkamer met
koud en warm water, zijn wij een morgenwan
deling gaan doen. Het was zeer aardig zoo in
den vroegen morgen een toertje te maken door
het zoo geteisterde Reims.
Vele handen waren reeds vroeg gaande, vooral
op het gebied van bouwwerken. Daar wordt dag
en nacht in gewerkt geloof ik. Enfin dat is noodig
Afb. 5. Olympische medaille van 1924 in brons naar ontwerp
van Raoul Bénard.
De Waterschans 3 - 2016
94