Ha-2034. Zoon Marinus werd op diezelfde dag
binnengebracht om 22.00 uur en geregistreerd
onder nummer Ha-2048. Op 18 november 1943
werd hij uit de gevangenis ontslagen en is weer
huiswaarts gegaan.19 In Het dagboek van M. van
Dierendonk20 wordt gemeld dat begin oktober
"A.J.E. (Dries) Marits 's avonds om 101/2 uur ge
boeid uit het huis is gehaald." Over deze arres
tatie is verder niets te vinden.
Op 23 juni 1944 spraken drie rechters van het
Bossche FeLd Gericht in het seminarie in Haa-
ren 54 maaL het doodvonnis uit. Deze werden
niet voltrokken. Na enige tijd in Haaren te
hebben verbleven, werd Francois Marits over
gebracht naar de gevangenis in Utrecht, Het
Wolvenplein. Na het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog had de Duitse bezetter dit com
plex geannexeerd en nam het vanaf 1942 in
gebruik aLs Deutsche Untersuchungs-und Straf-
gefangenis. De gevangenis was bestemd voor
door de politie opgepakte zwarthandelaren, ver
spreiders van verboden Lectuur en betrapten op
het bezit van een radio. Op 6 mei 1945 werden
er meer dan 170 gevangenen bevrijd, zij had
den in de oorLogstijd verzet getoond. Meer dan
100 Leden van de NSB (NationaaL-SociaListische
Beweging) namen toen hun pLaatsen in. Van de
bevrijdde gevangenen zijn verhaLen over het ge
vangenisLeven bekend. Zo zouden in de Duitse
periode Lijfstraffen zijn toegepast in gevangenis
WoLvenpLein. Dit hieLd onder meer in het han
teren van de buLLenpees. VerhaLen zijn ook be
kend over 'goede' en 'sLechte' bewakers. Goede
bewakers waren bereid om het thuisfront op de
hoogte te steLLen van de aanwezigheid op WoL
venpLein en brachten ook andere berichten over.
Bijzonder is het TroostLied van het WoLvenpLein.
Dit hing vanaf de zomer 1942 in de ceLLen.
"Kom, leg Uw hoofd maar rustig neder,
Uw vader weet wat gij behoeft;
gij voelt het toch, Hij mint U teder,
ook dan, als Hij Zijn kind beproeft.
Hij zal niet langer U doen lijden,
dan Zijne wijsheid noodig acht;
Hij zal U van den druk bevrijden:
Geduld- houd moed- geloof en wacht."21
Nadere gegevens over de binnenkomst en re
gistratie van Francois zijn heLaas niet terug te
vinden. Op zaterdag 29 juLi 1944 ging Francois
terug naar Haaren om van daaruit naar Duits-
Land getransporteerd te worden. Erg prettig was
deze reis naar Haaren niet geweest omdat we
Lezen: "de gevangenen afkomstig uit Utrecht
waren met een Lange ketting aan eLkaar gekop
peLd, begeLeid door motoren met zijspan en
mitraiLLeurpistoLen, achter in de bus bewakers
van de Herman Goering divisie".22 De bestem
ming van de reis was de gevangenis van Anrath
bij KrefeLd.
Thea Pardan beschreef de gevangenis van An
rath aLs voLgt: "Het gebouw zag er niet minder
vriendeLijk uit dan een NederLandsche gevange
nis, maar was anders van vorm. In pLaats van
rond of Langwerpig, was deze bajes kruisvormig.
De vier armen die zoo gevormd worden heeten
vLeugeLs. Na het passeeren van de muurdeuren
kwamen we op een binnenpLaats, waar we de
gebruikelijke tijd moesten wachten. Na orders
en tegenorders mochten we eindeLijk de anstaLt
binnen. De vLeugeLs of stations bestonden uit
vier étages, de ringen. Iedere ring teLt 42 ceL
Len. In totaaL zijn er ongeveer 500 ceLLen, want
in één vLeugeL vindt men de kapeL, kantoren
en dienstvertrekken. Op de tweede ring in het
midden van de vier vLeugeLs, is de ZentraLe, een
soort kantoortje. Daarin zeteLt een Haupt- of
Ober-wachtmeister, die vanuit zijn heiLigdom
aLLe stations kan overzien. De ZentraLe is het
centrum van de gevangenis, van waaruit aLLes
wordt geregeLd en gecommandeerd: beLLen voor
het opstaan, begin en einde van de werktijd,
oproepen van beambten en gevangenen. Van
hieruit kLinkt het weLkome: Hausarbeiter Es
sen hoLen. Het ontbrak er nog sLechts aan, dat
van hieruit de nieuwsberichten werden bekend
gemaakt. De gevangenen zagen er aLLen
treurig uit. Magere, wasbLeeke gezichten en
groote hongerige oogen met donkere kringen
eronder. Onze koffers, tasschen en andere
eigendommen moesten we afgeven, aLLeen onze
zakdoek mochten we behouden. Na de ge
bruikeLijke fouiLLering en inschrijving kregen we
twee dekens, een handdoek en een stukje zeep,
we waren nu ceLvaardig. We kwamen "einzeL-
haft" te zitten. Tot de dageLijksche pLichten
behoorden het dweiLen en stofvrij maken van
de ceL. Het eten was sLecht en weinig, maar
genoeg om te bLijven Leven. Een week Lang
was ik aan het "zakkies pLakken", tot we order
kregen ons kLaar te maken voor transport. In
Leveren van de dekens, handdoek en zeep en
De Waterschans 3 - 2016
102