De iconografie van Carl Theodor
Vorstelijke portretten in kunsthistorisch perspectief,
deel 2
Jan Peeters
Dankzij de schenking van Mevrouw Feber in oktober 2015 bevinden er zich thans drie achttiende-
eeuwse portretten van de markies-keurvorst Carl Theodor in Bergen op Zoom. Daphne Valentijn en
Jan Peeters vroegen zich af wat voor schilderijen er nog meer zijn overgebleven van Carl Theodor en
welke kunsthistorische en iconografische achtergrond ze hebben. In vervolg op het eerste gedeelte
van dit artikel in Waterschans 16-1, waarin de staatsieportretten behandeld zijn uit het begin van
de regering van Carl Theodor, gaan we hier in op de staatsieportretten die dertig jaar later gemaakt
zijn, naar aanleiding van de opvolging in Beieren.
DE LATE STAATSIEPORTRETTEN
Italië en Batoni
In de winter van 1774-1 775 maakte CarL Theodor
een reis naar Italië.1 Het was zijn eerste reis
daarheen; in 1783 zou de keurvorst het land op
nieuw bezoeken. In de achttiende eeuw werd een
reis naar Italië beschouwd als een essentieel
onderdeel van de opvoeding van jongemannen
uit de hogere kringen.2 Het in eigen persoon
aanschouwen en ervaren van overblijfselen van
de Klassieke Oudheid, in het bijzonder van sculp
tuur en gebouwen, gold als het sluitstuk van
een klassieke opleiding. Carl Theodor, die een
grote belangstelling had voor kunst en cultuur,
had in zijn jeugd een dergelijke reis nooit ge
maakt en genoot met volle teugen.
In Rome bezocht Carl Theodor niet alleen Ro
meinse oudheden, maar ook de ateliers van
veertien schilders en beeldhouwers. Zo kwam
hij onder meer in contact met de kunstenaar
Pompeo Girolamo Batoni (1 708-1 787).3
Batoni was een voortreffeLijk schiLder die de por
tretten van de Romeinse adel en de high society
vastlegde, evenals die van Grand Tourists, adel
lijke jongemannen uit het buitenland die Rome
aandeden. Hij was dus een soort Romeinse
Desmarées. Batoni had de naam dat zijn por
tretten zo goed leken. Carl Theodor bezocht hem
in zijn atelier en moet onder de indruk zijn ge
weest van het werk dat hij daar zag. De keur
vorst poseerde voor de schilder en bestelde
twee portretten bij hem: een staatsieportret en
een portret in militair uniform.
Een nieuw staatsieportret
Het is moeiLijk voor te steLLen dat er in de PaLts
in 1 775 behoefte was aan een nieuw staatsiepor
tret en de reden waarom Carl Theodor Batoni
daartoe opdracht gaf, is niet gedocumenteerd.
Het lijkt het meest waarschijnlijk dat de keur
vorst voorzag dat de opvolging in Beieren niet
lang meer op zich zou laten wachten. Voor de
instellingen in Beieren zou er dan een groot aan
tal nieuwe staatsieportretten nodig zijn. Kopieën
van de portretten uit het begin van zijn regering
zouden niet voldoen, want na dertig jaar was het
uiterlijk van Carl Theodor aanzienlijk veranderd.
Van een slanke jongeling was hij uitgegroeid tot
een weldoorvoede man van middelbare leeftijd.
Beschrijving en interpretatie
Zoals in de vroege staatsieportretten is Carl
Theodor ook in het portret door Batoni op tradi
tionele wijze weergegeven: op grootformaat, ten
voeten uit, in een (pronk-)harnas met de herme
lijnen keurmantel. Nu staat hij echter niet voor
een tafel, maar voor een altaar waarop zich een
antieke sculptuur bevindt. Vóór het beeld ligt
een blauw kussen met de keurhoed, het keur-
zwaard en de Duitse keizerskroon. Over de borst
van de keurvorst hangen de ketens van de
Hubertusorde en de Pfalzische Löwenorde (Orde
van de Leeuw van de Palts). In de rechter hand
houdt Carl Theodor een commandostaf.
Het meest opvaLLende verschiL met de vroege
staatsieportretten is het uiterLijk van de vorst:
hij heeft een behoorLijk buikje gekregen en een
enigszins pafferig gezicht. Een ander verschil is
107
De Waterschans 3 - 2016