Van rijksappels en keizerskronen De zojuist geschetste historische ontwikke ling zien we weerspiegeld in de wijze waarop de zeventiende- en achttiende-eeuwse keurvor sten van de Palts zich met hun attributen lieten portretteren. De keizerskroon en de rijksappel verwijzen naar de twee aarts-ambten: dat van Schatzmeister, respectievelijk dat van Truchsess, of Reichsvikar en ze symboliseren daarmee een lagere of hogere keurvorstelijke status.16 In dit licht moet ook de rol worden gezien van de keizerskroon en de rijksappel in de portretten van Carl Theodor. Het is begrijpelijk waarom Carl Theodor in 1781 aan Brandt de opdracht gaf om een nieuwe versie van het staatsieportret door Batoni te schilderen waarin hij met de rijksappel werd afgebeeld in plaats van met de keizers kroon. Toen de keurvorst eindelijk de status had bereikt die hij vanaf het begin van zijn regering had nagestreefd, wenste hij een officieel portret waarin hij als zodanig was weergegeven. In alle eerdere staatsieportretten van de zeven tiende- en achttiende-eeuwse keurvorsten van de Palts, inclusief die van Carl Theodor, is als attribuut de keizerskroon aanwezig ter verwij zing naar het aarts-ambt van Erz Schatzmeister. Een uitzondering vormen enkele portretten van keurvorst Johann Wilhelm waarin hij is af gebeeld met een rijksappel. Deze schilderijen dateren uit de korte periode (1 708-1 71 7) in de Spaanse Successieoorlog waarin de oude keur- waarde van de Palts met het Truchsessamt van de hertog van Beieren was afgenomen en te ruggegeven aan de Paltsgraaf.17 Bij nadere beschouwing blijkt er een opmer kelijk verschil te zijn in de wijze waarop de kei zerskroon figureert in de staatsieportretten van de keurvorsten vóór en na deze periode in de Spaanse Successieoorlog. Afb. 11. Karl Philipp, staatsieportret door Jan Philips van der Schlichten, 1733. Collectie Reiss-Museum, Mannheim Afb. 12. Carl Theodor, staatsieportret naar Ziesenis, kopie door onbekende schilder, circa 1745-1750. Collectie Het Markiezenhof 115 De Waterschans 3 - 2016

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 31