Noten:
1 Beschreven in: Svoboda, Karl J., Eine kurfürstliche Winterreise
nach Italien. Die Reise des Grafen von Veldenz alias des Kurfür-
sten Carl Theodor von der Pfalz von Mannheim nach Rom im
Jahre 1774/75, von Wegen und Wagen, von Teppichen und Trüf-
feln, von Speckhalsen und Spalieren, Ubstadt-Weiher 1998.
2 Men sprak van de Grand Tour en degenen die deze reis maak
ten werden Grand Tourists genoemd.
3 Bij het grote publiek is Batoni zo goed als onbekend. In de
negentiende eeuw viel zijn werk niet meer in de smaak en is
hij in vergetelheid geraakt. In Engeland en Schotland daaren
tegen heeft Batoni altijd een zekere faam behouden, omdat
veel van zijn portretten van Grand Tourists daar bewaard zijn
gebleven. Sinds enige decennia is de schilder herontdekt
dankzij de inspanningen van Edgar Peters Bowron, de voor
malige conservator van het Museum of Fine Arts in Houston.
Bowron stelde een oeuvrecatalogus samen en organiseerde
overzichtstentoonstellingen in Houston, Londen en Lucca, de
geboorteplaats van de schilder. Bowron, Edgar Peters, Pompeo
Batoni: A Complete Catalogue of his Paintings, I-II, London 2016;
Pompeo Batoni, Prince of Painters in Eighteenth-Century Rome,
catalogus tentoonstelling Houston-London 2007-2008, Mu
seum of Fine Arts-National Gallery.
4 Collectie Metropolitan Museum, New York.
5 De sculptuur dateert uit de eerste eeuw A.D. Overigens gaf
Batoni het beeld meestal niet weer zoals het er werkelijk
uitzag, maar maakte geschilderde varianten, al naar het hem
in de voorstelling uitkwam.
6 Collectie Fyvie Castle, Schotland. Andere voorbeelden zijn het
portret van de jonge baron Monson of Burton, uit 1774, veiling
Sotheby's London, 8 juli 2015, lot 50 en het dubbelportret van
keizer Joseph II en zijn jongere broer Leopold, groothertog van
Toscane, uit 1769, collectie Kunsthistorisches Museum Wenen.
7 Sinds het eind van de vijftiende eeuw waren de hertogen van
Beieren altijd lid geweest van de Orde van het Gulden Vlies. In
de loop van de achttiende eeuw was de orde opgesplitst in een
Oostenrijkse (keizerlijke) en een Spaanse tak. Carl Theodor
was opgenomen in de Oostenrijkse Vliesorde.
8 Overigens waren de Vliesridders formeel verplicht om het
embleem altijd te dragen.
9 Er is sprake van keurvorsten sinds het midden van de der
tiende eeuw. De oorspronkelijke zeven keurvorsten waren: de
koning van Bohemen, de hertog van Saksen, de markies van
Brandenburg, de Paltsgraaf aan de Rijn en de bisschoppen
van Keulen, Mainz en Trier.
10 Overigens waren er nog veel meer ere-ambten aan het keizer
lijk hof. Er waren er dus ook die niet gekoppeld waren aan een
keurvorstelijke status.
11 Althans, in het zuiden van Duitsland. In het noorden van Duits
land fungeerde de hertog van Saksen als Reichsvikar.
12 Lange tijd had het er naar uitgezien dat Friedrich V en zijn
afstammelingen nooit meer zouden terugkeren op de troon
van de Palts.
13 De zogenaamde Goldene Bulle, een verzameling wetten waarin
onder meer de wijze was vastgesteld waarop een nieuwe kei
zer van het Heilige Roomse Rijk door de keurvorsten moest
worden gekozen.
14 Voor het gevolg dat de Spaanse Successieoorlog had voor de
onderlinge verhoudingen tussen de Duitse keurvorsten, zie:
Gundlings, N., Auführlicher Discours über den vormalichen
und itzigen Zustand der Teutschen Churfürsten-Staaten etc., V,
Frankfurt-Leipzig 1750, pp. 49-50.
15 Zogenaamde Vikariatsthaler.
16 Er zijn ook schilderijen waarin de kroon en de rijksappel sa
men voorkomen: de keizers lieten zich met beiden afbeelden.
In die gevallen verwijzen de attributen uiteraard niet naar
de aarts-ambten, maar naar aspecten van het keizerschap.
Zie bijvoorbeeld een portret van keizer Karl VII, atelier Des-
marées, kort na 1742, in Nymphenburg.
17 Staatsieportretten van Johann Wilhelm door Adriaen van der
Werff, Staatsgalerie im Neuen Schloss, Schleissheim; en door
Jan Frans van Douven, na 1708, exemplaren in Bayerisches
Nationalmuseum, München, en Stadtmuseum, Düsseldorf.
18 De keurvorsten van Hannover, sinds 1714 ook koning van En
geland, voerden dezelfde kroon in een hartschild in hun wapen.
19 De belangrijkste Nederrijnse landen van Carl Theodor waren
de hertogdommen Gulik en Berg, bij Düsseldorf.
20 Of het Gymnasium dit portret al in de achttiende eeuw heeft
verworven, is mij niet bekend. De school is er oud genoeg
voor, hij is in 1664 gesticht als Latijnse school.
21 Bijvoorbeeld: London, Sotheby's, 29 april 2010, lot 247.
22 Thans in het National Museum of Fine Arts, Valetta.
23 Thans in het Reiss-Engelhornmuseum, Mannheim.
24 Voor een beschrijving en interpretatie, zie: Schattenhofer,
Michael, "Der Kniefall des Münchner Rats vor dem Bild des
Kurfürsten Karl Theodor am 21. Mai 1791 in der Maxburg. Ein
Beitrag zur Geschichte des Münchner Rats in der 2. Halfte
des 18. Jahrhunderts", in: Zeitschrift für Bayerische Landesge-
schichte 27 (1964), pag. 302.
25 De Herzog-Maxburg bestaat niet meer, hij is bij een bombar
dement door de geallieerden geheel vernietigd.
121
De Waterschans 3 - 2016