en de roereinden roteren," zo schrijft hij, "maar blijven steeds horizontaal ten opzichte van de vliegrichting. Het beste kan men deze beweging vergelijken met die der roeispanen bij het roei en. Hierdoor wordt dus het ontstaan van mas sakrachten bij de op- en neergaande vleugel slag vermeden. De vleugel is ook ongeveer als een vogelvleugel uitgevoerd. Bij de opgaande slag openen klepjes door de onderdruk aan de bovenkant van de vleugel en bij de neergaande slag sluiten deze klepjes door de overdruk aan den onderkant van de vleugel."14 Al met al was het een revolutionair ontwerp. Sjaak Jansen had een machine met een leeg- gewicht van 70 kg en, met vlieger, van in totaal 150 kg voor ogen. Bij een vleugeloppervlak van 22 m2 kwam dat neer op een vleugelbelasting van 6,8 kg/m2. De arbeid die de fietsende vlieger zou moeten verrichten was 10 kgm/sec om een vliegsnelheid te bereiken van 50 km per uur. Dat was minder, zo wist hij uit de literatuur, dan een krachtige man enigszins aanhoudend kon verrichten.15 Het project moest dus zijns inziens uitvoerbaar zijn. Het vliegtuig werd gebouwd in het Juvenaat in Bergen op Zoom, een opleidingsinstituut voor de kloosterorde van het Heilig Hart. Pater Henri Roosen was als leraar natuur-en scheikunde aan dit instituut verbonden en had ook een war me belangstelling voor de luchtvaart. Daarnaast beschikte het Juvenaat over een goed geoutil leerde houtwerkplaats. De productie van het vliegtuig werd gesponsord door Frits Diepen. Toen het vliegtuig gereed was, werd het overge bracht naar De Eendenkooij. Daar vonden de vliegproeven plaats, met wisselend succes. Al trappend kon een korte afstand worden over brugd. Volgende proeven resulteerden in be schadigingen en geforceerde landingen, met als gevolg een noodzakelijke reparatie. Het toestel werd daarna voorzien van een Gilet-motortje van één en driekwart PK ter vervanging van de fiets. Het totale gewicht was daarmee 360 kg geworden. Dat dit gewicht zo hoog was heeft als reden, zo schreef Jansen, dat bij de bouw gebruik was gemaakt van gewoon ijzer in plaats van staal. Met dit toestel heeft Sjaak Jansen een vlucht ge maakt met een lengte van 400 meter. De vleu gels maakten daarbij 100 slagen per minuut, bij een slaghoogte aan de vleugeltippen van 66 cm. Het motortje bleek hierbij niet noemenswaard in toeren terug te lopen, wat een bewijs was dat het niet volbelast liep. Het toestel was eerst Afb. 3. De Zögling PH-23 in de landing op De Eendenkooij. ttAfb. 4. Sjaak Jansen middenin de stuurhut van de ornithoptère in aanbouw. Let op de kleppen in de vleugel rechts. ▼▼Afb. 5. De rompconstructie van de ornithoptère, rechts Sjaak Jansen. Foto's Stichting Historisch Zweefvliegarchief De Waterschans 3 - 2016 124

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 40