met behulp van een autoLier met kabeL in hori zontale vLucht op vliegsnelheid gebracht. Na deze vlucht heeft Jansen het toerental van de vleugel verhoogd tot 140 toeren per minuut, wat meteen bij de start heeft geleid tot vleugel breuk. In een brief aan de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) van 1939 heeft Jansen de KNVvL om een subsidie ge vraagd om een nieuwe versie van zijn vliegtuig te kunnen bouwen. Jansen refereerde daarbij aan een octrooiaanvrage, die hij in september 1936 heeft gedaan. De gebroken vleugel kon eenvoudig worden gerepareerd, zo schrijft hij, "En wanneer het geheel dan een kwastje verf krijgt is het een mooi ding." Op de brief is door de KNVvL genoteerd dat de aanvrage persoon lijk is afgedaan. Het verzoek om een financiële bijdrage is voor zover bekend niet gehonoreerd. Interessant is het om op te merken dat bij de geslaagde vlucht van Jansen de ornithoptère door een autolier werd opgelierd tot het toestel voldoende snelheid had om de vleugel in staat te stellen het gewicht van het vliegtuig te dra gen. Men kan zich afvragen of de rotatie van de vleugel heeft bijgedragen aan de lift (draagver mogen) van de vleugel. Een afgelegde afstand van 400 meter zou daarop kunnen duiden. In de beschrijving is niets aangegeven over de voortstuwing van het vliegtuig. Met de vleu gelslag moest niet alleen, zoals bij een vogel, hoogte kunnen worden gewonnen of behouden, maar moest tevens de voorwaartse snelheid worden bereikt, die nodig was om de vleugel daartoe voldoende draagvermogen te doen le veren. Dat heeft de proefvlucht waarover Sjaak schrijft nog niet uitgewezen. Kon het wel? De vraag die men zich dan ook achteraf mag stel len, is welk doel Sjaak Jansen met zijn vogel vliegtuig voor ogen heeft gehad.16 Maar bijzon der was het. De ornithoptère heeft, voor zover kan worden nagegaan, niet meer gevlogen. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog stond het toestel, samen met de beide zweefvliegtuigen en de Multipro van de club, in de hangaar van Jansen op De Eendenkooij. De Multipro is door de be zetter afgevoerd naar een verzamelplaats nabij Utrecht. De eigenaars hebben er later nog een vergoeding voor gekregen. De andere toestellen zijn verloren gegaan. Difoga 421 Wanneer Frits Diepen het plan heeft opgevat voor de bouw van een motorvliegtuig kan niet meer worden achterhaald. Diepen heeft in zijn visie op de nabije toekomst het gebruik van lichte motorvliegtuigen in gedachten voor een verbinding tussen een aantal plaatsen in ons land, die anders moei lijk bereikbaar zouden zijn, bijvoorbeeld op de Zeeuwse eilanden. Daar zouden dan vliegvelden 125 De Waterschans 3 - 2016

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 41