Het Markiezenhof in internationaal verband. Bart van Eekelen De positie van Bergen op Zoom en het Bergse hof binnen de bezittingen van Carl Theodor van de Palts (1724-1799). Deel 2 Het eerste deel van dit artikel had de eerste verblijfplaatsen van de jonge Carl Theodor als on derwerp. Carl Theodor groeide op aan het hof van zijn overgrootmoeder Maria Henriëtte Theresia del Caretto in Drogenbosch en Brussel. Vanaf 1734 verbleef deze markies van Bergen op Zoom voor verdere onderwijzing vervolgens tot 1742 voornamelijk in Sulzbach en Mannheim. Vanaf het moment dat hij in 1742 paltsgraaf en keurvorst van het Paltsgraafschap aan de Rijn was, liet Carl Theodor de nieuwe hoofdresidentie in Mannheim verder voltooien. In dit deel komen de latere re geringsperiode met de bijbehorende hoofdresidentie aan bod, alsmede de kleinere en decentrale paleizen. Daarbij zullen verbanden en parallellen worden aangestipt. Nebenlanden buiten de Palts De keurvorsten van het Paltsgraafschap aan de Rijn beschikten over vele paleizen - te veel om alle nuttig te kunnen gebruiken of überhaupt te bezoeken. Onder Karl Philipp, de voorganger van Carl Theodor als Paltsgraaf en hertog van Gulik (Jülich) en Berg (de Neder-Rijnse landen), waren de Neder-Rijnse residenties te Düssel- dorf, Benrath en Bensberg niet bewoond.1 Karl Philipp had Gulik en Berg zelfs nooit be zocht.2 Wel bleven deze residenties destijds gemeubileerd ten behoeve van een eventueel bezoek, totdat de nieuw gebouwde residentie te Mannheim gemeubileerd moest worden en de belangrijkste stukken naar de belangrijkste residentie getransporteerd werden. Zo werden destijds uit Schwetzingen meubels overgebracht naar Mannheim, zodat ten behoeve van de in richting van het paleis aldaar vermoedelijk wei nig nieuw gemaakt behoefde te worden.3 Ook uit de paleizen in Düsseldorf en Neuburg, die niet langer in gebruik waren, werden meubels over gebracht naar Mannheim.4 Evenzo vond in 1726 de verhuizing plaats van de belangrijkste meu belen uit het Bergse hof naar Duitse gebieden. Ook onder zijn opvolger Carl Theodor waren er vele residenties die 'in bewoonbare toestand' gehouden dienden te worden, hoewel ze zelden of nooit aangedaan werden. De residenties te Grünau en Neuburg in de Palts-Neuburg; te Sulzbach in de Bovenpalts; te Heidelberg, Lau- tern en Weinheim in de Palts aan de Rijn; te Düsseldorf, Benrath, Bensberg en Hambach in de Neder-Rijnse landen; alsmede te Bergen op Zoom dienden onderhouden te worden en per manent beschikbaar te zijn voor de vorst, maar werden niet of zelden bezocht.5 Rall schreef dat Carl Theodor zelden verbleef in Neuburg en in de Palts.6 In totaal bracht Carl Theodor drie bezoeken aan de Neder-Rijnse landen Gulik en Berg, waardoor de leegstand er groot was.7 Carl Theodor was reislustig en maakte tijdens zijn regering talrijke reizen, maar oorlogen hadden een grote invloed op zijn bezittingen en beleid. Hij bezocht onder meer andere hoven (Frankfurt, München), commerciële onderne mingen (Frankenthal, Solingen, Barmen, Ratin gen, Kaiserswerth) en charitatieve instellingen (Rome) ter inspiratie ten behoeve van zijn eigen regering. Zijn reizen konden gedurende de Oos tenrijkse Successieoorlog (1740-1748) echter niet altijd doorgang vinden.8 Onder andere Ber gen op Zoom kreeg met deze oorlog te maken. Reeds maanden vóór de belegering van de stad in 1747 had men hier al rekening gehouden met de mogelijkheid van oorlogsdreiging. Rall vermeldt in een biografie over Carl Theodor echter opvallend genoeg: "1747 laOt sich sein [Carl Theodors] Aufenthalt dort nachweisen."9 Van Ham schreef daarentegen: "De markies was niet in zijn stad om haar te verdedigen en zijn onderdanen bij te staan."10 Het lijkt onwaar- De Waterschans 4 - 2016 166

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 30