Theodor, Elisabeth Augusta en hun hofhouding
vanaf 15 oktober 1746 tot in september 1747
in DüsseLdorf. Op 29 mei 1747 hielden zij een
Blijde Inkomst in GuLik. Een tweede langdurig
verblijf van Carl Theodor, dat duurde van 20
augustus 1755 tot en met 9 mei 1 756, was ten
behoeve van regeringszaken. Daarbij begeleidde
Nicolas de Pigage (1 723-1 796) de keurvorst.19 In
tegenstelling tot reguliere reizen ging de gehele
hofhouding mee naar DüsseLdorf (behalve het
personeel van de administratieve instellingen,
de Zentralbehörden),
zodat het hof op het hoogste niveau kon functio
neren. Ten behoeve van het tweede verblijf werd
het slot wederom verbouwd. Dit had hoofdza
kelijk betrekking op de inrichting en niet op de
bouwvolumes, waardoor de plattegrond niet veel
veranderde (afb. 1). Op de begane grond van het
hoofdgebouw waren dienstvertrekken
als wachterszaaL, keukens, kantoren en archie
ven gevestigd. Op de eerste verdieping lagen de
keurvorsteLijke privévertrekken, gemeenschap
pelijke ruimten, de hofkapel en in de Schlange
Fleugel administratieve ruimten. Het keurvorste
Lijke appartement bestond uit achtereenvolgens
een eerste antichambre, een tweede anticham
bre, een audiëntievertrek, een slaapvertrek, een
tweedelig kabinet, een garderobe en een privaat.
Dit appartement was vergelijkbaar met dat te
Mannheim: een appartement met drie hoofd-
vertrekken, namelijk twee antichambres en een
audiëntievertrek, met de vertrekken in eLkaars
verlengde, waarvan de kleinere en meest be
sloten ruimtes in een hoekpaviLjoen gesitueerd
waren rondom een interne privétrap. Op de
tweede verdieping lagen het appartement van
de keurvorstin en twee appartementen voor de
prins/hertog van Zweibrücken. Het appartement
van Elisabeth Augusta was boven dat van haar
echtgenoot gesitueerd en door een wenteltrap
daarmee verbonden. Zij beschikte over dezelfde
vertrekken, maar daarnaast over een extra gar
derobe en kabinet (Spiegelkabinet), wat werd
gecompenseerd door een kleinere Ridderzaal.
Op de derde en vierde verdieping waren enkel
voudige kamers en suites voor dienaren van la
gere rang geherbergd.20
Ook heeft Carl Theodor vermoedelijk in maart
van 1 767 een kort bezoek gebracht aan DüsseL-
dorf.21 Carl Theodor had aanvankelijk meer oog
voor GuLik-Berg dan Karl PhiLipp, maar vanaf
het moment dat hij hertog van Beieren was, fo
custe hij op Beieren en had hij minder interesse
in de Neder-Rijnse landen.22 Maar de residen
tie kreeg meer te verduren. Op 6 oktober 1794
werd deze door Franse troepen grotendeels
verwoest, vooral de vleugels met de keurvor
steLijke appartementen en de hofkapel, waarbij
nagenoeg het gehele interieur verloren ging. De
kosten voor wederopbouw waren in oorlogstijd
te hoog, maar zelfs interesse daarin bestond
niet. "Carl Theodor residierte in München, da-
her bestand keine Notwendigkeit, das traditi-
onsreiche Gebaude wieder instand zu setzen."23
Overige paleizen in Gulik-Berg
Binnen het hertogdom GuLik-Berg Lagen enkele
andere belangrijke paLeizen:
- bij Bensberg (nabij KeuLen) was in 1710 in
opdracht van keurvorst Johann WiLheLm II en
naar ontwerp van Matteo d'ALberti een nieuw
buitenverbLijf gereaLiseerd nabij het oude sLot
van de graven van Berg te Bensberg, de Bens
berger Burg.24
- in opdracht van CarL Theodor werd bij Düs-
seLdorf in de periode 1748-1772, vooraL 1 752
1763, het LustsLot Jagerhof gebouwd onder
toezicht van NicoLas de Pigage. Het was door
hofarchitect Johann Joseph Couven (1701
1763) ontworpen naar Franse voorbeeLden.
Dit gebouw verving een geLijknamig sLot dat
bouwvaLLig was geworden.25 Tot 1 795 verbLeef
hier de opperjachtmeester.
- circa vijftien kiLometer ten zuiden van DüsseL-
dorf Lag het jachtsLot Benrath. Bij het aantre
den van CarL Theodor verkeerde het in erbar
meLijke staat. In 1740 was het sLot nameLijk
zwaar beschadigd geraakt door een brand.26
Onder Hofbaumeister Nosthoffen begonnen
werkzaamheden om het sLot bewoonbaar te
maken. Op 19 november 1755, bij het tweede
bezoek van CarL Theodor aan de Neder-Rijnse
Landen, gaf CarL Theodor opdracht tot de ver
bouwing van dit sLot. Oberbaudirektor NicoLas
de Pigage verbLeef daartoe jaarLijks in Düs-
seLdorf en in Benrath (aLwaar zijn broer Louis
vanaf 1 769 Burgvogt was).27 Naar ontwerp en
onder Leiding van De Pigage kwam in de pe
riode 1756-1773 het maison de plaisance tot
stand, met een onderbreking in 1758-1759 aLs
gevoLg van de Zevenjarige OorLog (1756-1763).
In 1771 bezocht ELisabeth Augusta het sLot.28
De kosten ten behoeve van sLot Benrath iL-
De Waterschans 4 - 2016
168