invloed op de hoforganisatie gold, zoals eerder vermeld, ook voor het keurvorstelijke hof van de Palts.51 Daarom had in Mannheim onder Carl Theodor evenmin een Grand Lever van de vorst plaatsgevonden, maar een meer beslo ten ceremonie.52 In Mannheim assisteerden namelijk vijf kamerheren Carl Theodor bij het Lever en vond het plaats in de garderobekamer en het kabinet. Het ritueel was niet publiek toegankelijk en volgde daarmee het Weense model, in plaats van het Franse model zoals dat in Versailles werd uitgevoerd.53 De omgang van Carl Theodor met het hofceremonieel was dus gelijk aan de ontwikkeling die zich in de achttiende eeuw aan het Münchense hof voltrok. Het meer intieme deel van het Lever kreeg de overhand en ging zich in de loop der tijd meer in het slaapvertrek afspelen dan in de aangrenzende, minder besloten audiëntie kamer. Carl Theodor lijkt het Lever, zoals dat door Maximilian III Joseph nog werd beleden, te hebben verruild voor een meer besloten en bescheiden ochtendritueel.54 Zijn slaapvertrek hield Carl Theodor strikt privé, behalve voor diegenen wier hulp noodzakelijk was, zoals bij het aan- en uitkleden.55 "Der Kurfürst kam, fast vollstandig bekleidet, mit Strümpfen und Schuhen in das Frisiergemach, wo ihm vom Obristkammerer die letzten Kleidungsstücke gereicht wurden. Dann erst war das eigent- liche Lever im anschlieGenden Raum."56 Een plattegrond van de residentie, door Oberbaudi- rektor Maximilian von Verschaffelt (1754-1818), uit het overlijdensjaar van Carl Theodor toont de toenmalige indeling (afb. 11, 12).57 Overige verblijven Gedurende zijn regeerperiode als hertog van Beieren had Carl Theodor daarnaast onder meer de beschikking over de volgende paleizen: - in de Keurpalts (het Paltsgraafschap aan de Rijn): de paleizen van Schwetzingen, Heidel berg, Lautern, Mannheim en Weinheim. In 1788 verplaatste Carl Theodor zijn hoofdresidentie terug naar zijn geliefde stad Mannheim, tegen de wil van de Münchense stadsraad in.58 Dit werd echter geen succes en op 15 juni 1789 verhuisde het hof terug naar München. In deze periode bezocht Carl Theodor ook voor het eerst sinds lange tijd zijn echtgenote Elisabeth Augusta, die zich had teruggetrok ken in de Palts. Slot Oggersheim, nabij Mann- heim, was aanvankelijk haar zomerresidentie en vanaf 1768, toen dit kasteel haar werd geschonken door haar echtgenoot, verbleef zij hoofdzakelijk hier. Ook deze uitstap door Carl Theodor viel niet in goede aarde, omdat Elisabeth Augusta naar eigen zeggen in haar rust werd gestoord. Het is tekenend voor hun relatie, die al jarenlang bekoeld was.59 - in de Palts-Neuburg: de paleizen in Grünau en Neuburg aan de Donau. - in de Bovenpalts: de burcht in Sulzbach. Hof- baumeister was hier Georg Heinrich Dobmey- er.6° - in Gulik-Berg: paleizen in Benrath, Bensberg, Düsseldorf en Hambach. - in Beieren: de burcht Trausnitz in Lands hut (dat sinds enkele decennia geen woon functie meer had, afb. 13) en de lusthoven te SchleiGheim, Berg, Dachau, Fürstenried, Liecht- und Haltenberg en Starenberg. De Wilhelminische Veste, later Hertog Maxburg of Herzogmaxische Burg genoemd, lag in de Afb. 13. Burg Trausnitz te Landshut. Foto auteur, 2015 De Waterschans 4 - 2016 178

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 42