Carl Theodors band met München was ambigu. Aanvankelijk was hij minimaal geïnteresseerd in Beierse politieke aangelegenheden, maar ook kreeg hij in München geen optimale medewer king. Over wat oorzaak is en wat gevolg valt te redetwisten, maar duidelijk is dat hij in Beieren niet zo geliefd werd als in de Palts. Het conflict met de Stadtrat van München getuigt hiervan. Een oproer in München, aangewakkerd door de Franse Revolutie, dwong Carl Theodor later zelfs er toe de stad tijdelijk te ontvluchten. Ook het eerder genoemde bezoek aan Düsseldorf in 1785 is kenmerkend: "Es war eine spontane, fast fluchtartige Abreise von München 65 Ondanks deze voorvallen overleed Carl Theodor in München. Bovendien werd zijn lichaam in de Theatinerkirche in München bijgezet. Zijn hart werd in de Gnadenkapelle in Altötting geplaatst. Desondanks schijnt zijn overlijden vier dagen lang gevierd te zijn door de bevolking van München. Conclusie Kijkend naar de verblijven en de residenties van Carl Theodor van de Palts, blijkt dat meerdere oorlogen zijn bezittingen en beleid beïnvloed hebben. Hij kreeg te maken met sociale en po litieke uitdagingen: noodgedwongen bezuini gingen en politieke tegenwerking. Zowel in zijn buitenlandse en economische politiek als in zijn privéleven was hij conflictmijdend en terughou dend. Meer uitgesproken was zijn smaak: hij was kunstminnend, filosofisch en serieus, zelfs me lancholisch ingesteld.66 Dit uitte zich in zijn me cenaat van kunsten en wetenschappen, omdat hij grote investeringen heeft gedaan in zowel weten schap als in theater en muziek, maar vooral in architectuur. Gedurende de eerste jaren van zijn regering was hij ook hierin nog terughoudend. "In den ersten Jahren seiner Regierung trat Carl Theodor als Bauherr noch nicht deutlich hervor."67 Later profileerde hij zich duidelijker. Zoals Hans- jörg Probst schreef: "Doch unter Carl Theodor herrschte ein immerwahrender Bauboom."68 De architecturale investeringen waren specifiek ge richt op de renovatie en nieuwbouw van theaters en op tuinarchitectuur, voornamelijk rondom zijn residenties. Zijn prioriteiten lagen bij zijn Duitse landen en zijn hoofdresidenties lagen in Mann heim en München. Omdat Carl Theodor voor zover bekend nooit in Bergen op Zoom heeft geresideerd, kwam Ber gen op Zoom tot op heden nauwelijks aan bod. Maar met deze informatie over de wandel en werken van Carl Theodor kan in het volgende deel van dit artikel worden gekeken naar de uit werking van zijn beleid voor het markiezaat en het Markiezenhof. Noten 1 Onder de voorganger van Karl Philipp (zijn broer) was de hoofdresidentie van de keurvorst verlegd van de Neder-Rijn (Düsseldorf) naar de Keurpalts (Heidelberg en later Mann heim) en waren daarom al veel kunstwerken uit Düsseldorf, Benrath en Bensberg overgebracht naar de Keurpalts, specifiek naar Mannheim en Schwetzingen. Het kasteel te Düsseldorf fungeerde zodoende vanaf 1716 niet langer als residentie. Hatto Küffner, Edmund Spohr, Burg und SchloB Düsseldorf, Baugeschichte einer Residenz, Kleef 1999 [Jüli- cher Forschungen 6], p. 97; Wolfgang Wiese, 'Die Vorlaufer Mannheims: Die Residenzen Heidelberg und Düsseldorf im spaten 17. Jahrhundert', in: Bettina C. Franke, ed., Barock- schloss Mannheim, Geschichte und Ausstattung, Petersberg 2007, pp. 17-22, aldaar p. 20. 2 Desondanks voerde Düsseldorf onder Karl Philipp nog de titel 'Haupt- und Residenzstadt'Küffner en Spohr, Burg und SchloB Düsseldorf, p. 98; Edmund Spohr, 'Die Haupt- und Residenzstadt Düsseldorf', in: Hansjörg Probst, Claudia Braun, Petra Hesse, Luisa Reiblich, eds., Lebenslust und Frömmigkeit, Kurfürst Carl Theodor 11724-1799] zwischen Barock und Aufklarung, deel I, Regensburg 1999, pp. 85-102, aldaar p. 85. 3 Kathrin Ellwardt, 'Schloss Mannheim unter Carl Philipp', in: Bettina C. Franke, ed., Barockschloss Mannheim, Geschichte und Ausstattung, Petersberg 2007, pp. 23-46, aldaar pp. 26 30, 32. Toch bewoonde Karl Philipp vanaf de jaren 1720 het paleis te Schwetzingen nog. 4 De privévertrekken in Mannheim werden soberder ingericht dan de pronkkamers, die een meer representatieve en waardevolle inrichting kregen. Bij de verwoesting van het paleis in Mannheim in 1943 is veel van de authentieke aan kleding verloren gegaan. Wolfgang Wiese, '"Die churfürst- lichen Zimmer sind schön." Zur Ausstattung des Mann- heimer Schlosses im 18. und 19. Jahrhundert', in: Probst e.a., Lebenslust und Frömmigkeit, deel I, pp. 57-62, aldaar pp. 61-62. Zie ook 'Lebenslust und Frömmigkeit. Kurfürst Carl Theodor (1724-1799) zwischen Barock und Aufklarung. Eine Ausstellung über den letzten Kurfürsten von der Pfalz und seine Zeit im ReiO-Museum der Stadt Mannheim und im Stadtmuseum Düsseldorf', www.zum.de/Faecher/G/BW/ Landeskunde/rhein/pfalz/carltheodor/intro.htm, geraad pleegd 27-12-2015. 5 Stefan Mörz, Haupt- und Residenzstadt: Carl Theodor, sein Hof und Mannheim, Mannheim 1998, p. 67. 6 Hans Rall, Kurfürst Karl Theodor: Regierender Herr in sieben Landern, Mannheim/Leipzig/Wenen/Zürich 1993, p. 21. 7 Peter Fuchs, 'Karl Theodor', in: Neue Deutsche Biographie 1 1 (1977), pp. 252-258 [Onlinefassung]; www.deutsche- biographie.de/pnd1 18560190.html, geraadpleegd 9-11-2016. 8 Mörz, Haupt- und Residenzstadt, pp. 41, 44-45; Rall, Kurfürst Karl Theodor, pp. 19, 228; Spohr, 'Die Haupt- und Residen zstadt Düsseldorf', p. 86. 9 Rall, Kurfürst Karl Theodor, p. 16. Hierbij wordt noch een verantwoording, noch een bronvermelding gegeven. Ook Huijbregts plaatste vraagtekens bij deze bemerking. G.A. Huijbregts, 'Karel Theodoor (1724-1799). Een nieuw boek over onze laatste markies.', in: De Waterschans 24 (1994) 2, pp. 61-67, aldaar p. 65. Rall vermeldt dat mogelijk Elisabeth Augusta ook in Bergen De Waterschans 4 - 2016 180

Periodieken

De Waterschans | 2016 | | pagina 44