althans in het interieur een zekere eenheid bewaard. Een veelzeggend detail: waar ooit op een bouwtekening uit 1928 aan de Begijnhof straat was aangegeven "latere meisjes H.B.S", kwam nu een zijingang waarboven in smeedijze ren letters stond: Lyceum. In 1961 verhuisde de mms als zelfstandige op leiding naar een eigen gebouw aan de Noordzijde Zoom: het Roncalli college. Maar desondanks bleef de school groeien. In 1971 begon de schoolpopulatie op het Moller- lyceum al de achthonderd te benaderen: er was een nijpend lokalentekort. Maar de minister stond alleen de bouw van noodlokalen toe. Het grote speelplein/sportveld moest eraan geloven: een lelijke houtbouw zou de komende twintig jaar het aanzien van het Mollerlyceum ontsieren. Ondertussen was de hbs door de Mammoetwet van minister Cals in het Nederlandse onderwijs vervangen door de havo- opleiding. In dit nieuwe systeem betekende het nieuwe vwo dat men naast de aloude gymnasium- ook de atheneum opleiding kon kiezen als voorbereidende op leiding voor de universiteit. Het Moller had er ondertussen twee concurrenten bijgekregen. Het Juvenaat, ooit een seminarie, was een zelfstandig gymnasium geworden. Het Roncalli bood - na de afschaffing van de mms als onder- wijstype - nu een opleiding in eigen tempo aan voor zowel meisjes als jongens. Tot verdriet van OMO wensten beide scholen geen fusie met het Mollerlyceum aan te gaan. In Bergen op Zoom ontstond zo een topzwaar aanbod van middel bare scholen. De concurrentiestrijd onderling nam sterk toe. Door een fusie met de (protes tantse!) Juliana mavo was het Roncalli zelfs een brede scholengemeenschap geworden met een vwo-,havo- en mavo-opleiding. Voor een derge lijke scholengemeenschap koos het Moller lyceum dan uiteindelijk ook door een fusie met de Antoniusmavo en de mavo H. Geest aan te gaan. De mavo-leerlingen kregen les in het gebouw van eerstgenoemde opleiding aan de Noordzijde Zoom, gelegen naast het Roncalli. Ondertussen werden er weer veel bouwwerk zaamheden aan het Bolwerk waar genomen: het interieur werd gemoderniseerd. Helaas ging hierbij veel van het oude verloren. Zo moesten bijvoorbeeld de oude schoollampen plaats ma ken voor in aluminium strips verpakte TL buizen, opgehangen aan zwevende plafonds van kunst stofplaten. Inderdaad, in de lokalen een veel betere lichtopbrengst, en ook geen afbrokkelen de kalkbladders meer op het proefwerkpapier. Maar juist het open aanzicht van de bouwcon structie ging daardoor verloren. In de gangen werden de wandtegels door het paarse neonlicht grauw van kleur. Natuurlijk zijn deze lampen Baanders, 1920. Ramen middenpartij gerenoveerd. Afb. 31. Achterbouw van het Mollerlyceum, daterende uit 1928 en 1949, hier in afbraak, 1991. Foto auteur. 73 De Waterschans 2 - 2017

Periodieken

De Waterschans | 2017 | | pagina 33