115 jaar Gymnasium Juvenaat deel 2: Terugblik op mijn schooltijd Jan van de Kasteele Daar staan we, mijn vriendje Bert van KesseL en ik. Op wat een zomerse dag moet zijn geweest, ergens in 1967. Waarom we dit doen? Geen idee. Maar we gaan met zijn tweeën op bezoek bij de paters. We bellen aan. De imposante voordeur zwaait open. We zeggen wat onwennig dat we komen kijken. We gaan hier straks namelijk naar school, want we zijn eerder dat jaar geslaagd voor het toelatingsexamen, en zijn nieuwe leerlingen voor het komende schooljaar van 1967/1968. En heel nieuwsgierig, want we weten niks van deze school, van dit gebouw. Ja oké, we kunnen goed leren, maar dat je daar hiervoor terecht komt? Even later leidt pater Wim Porre ons door het gebouw, op de van hem welbekende joviale wijze. Was die voordeur al indrukwekkend, de rest van het Juvenaat maakt nog veel meer indruk. De gangen, de trappen, de schilderingen van Janus Sio, de hoge klaslokalen. Hoe lang we er zijn geweest, is met de tijd bij me weggeglipt. Dat we na dat bezoekje pas echt zin kregen om naar dat Rooms-Katholieke Gymnasium Juvenaat Heilig Hart te gaan, dat is zeker. Twee klassen beginnen er na de zomervakantie, met amper twintig leerlingen elk, 1A en 1B en gesplitst op alfabet. Ik ben de laatste naam van A; Bert van Kessel de eerste van B. Toeval? Ach, ik haal uiteindelijk gymnasium alfa, hij bèta. Maar dat is ruim zes jaar later. Dat Juvenaat is voor ons op dat moment een school als elke andere, we weten niet beter. Een groot gebouw waar je kunt verdwalen, een enorme tuin, bijgebouwen. Broeders, paters en heel weinig leerlingen, dat wel. Dat juist dit instituut een moeilijke tijd door- Afb. 8. De sloop van de kloosterkapel, 1988. Op dat moment is nog het idee in het hoofdgebouw woningen te maken. Foto: Gerrit Westerveld, collectie West-Brabants Archief (inv. nr. SANX054). 85 De Waterschans 2 - 2017

Periodieken

De Waterschans | 2017 | | pagina 45