1 iy
de heer, zou dit een klassiek Bourgondisch ap
partement opleveren. Die chambre ligt naast de
Blauwe Zaal en heet nu Augustakamer.
In de aldus te situeren antichambre kwam ook
de doorgang naar de gang boven de overwelfde
gang uit. Aan die gang zou een appartement
van de persoonlijke dienaar of secretaris van de
heer gelegen kunnen hebben. Dat was een stra
tegische positie, omdat vandaaruit de heer ge
makkelijk bereikbaar was, maar ook de dienst
ruimten parterre. Het daarbij behorende toilet
lag aan de overzijde van de gang (afb. 1).
Een mogelijke invulling
Met deze gedachtegang zijn op de eerste ver
dieping vijf appartementen te lokaliseren, alle
met een eigen toiletruimte. Boven de Tuinzalen
lagen die van de heer en de vrouwe, waarbij
de chambres tegen elkaar lagen en beide een
toegang tot de kapel hadden. De vertrekken van
de heer waren bereikbaar via de Hofzaal en de
grootste toren op de kleine binnenplaats (afb. 3).
Vóór het plan werd opgevat voor de bouw van de
huidige toren aan de grote binnenplaats, had die
toren veel hoger moeten worden, om de blik
vanger van het hof vormen. De vertrekken van
de vrouwe waren bereikbaar via de kleinere
toren aldaar, die ook toegang gaf tot de op de
bovenste verdieping gelegen vertrekken voor de
persoonlijke bedienden. De vrouwe had aanvul
lend een salet of cabinet ter plaatse van de hui
dige Drabbekamerde heer had de beschikking
over een bovenzaal, het resterende deel van de
huidige Blauwe Zaal. Een derde appartement
lag boven de huidige VVV-zaal, wellicht ten dien
ste van de dochters. Het was ook bereikbaar via
de kleinere toren en bestond aanvankelijk uit
twee redelijk zelfstandige kamers met elk een
eigen toilet. Een vierde, voor mogelijk de per
soonlijke dienaar, zijn secretaris of een andere
belangrijke hoveling, lag boven de huidige mu
seumentree, en een vijfde, voor een gast, lag
boven de hoofdpoort (afb. 2). Voor de zonen kan
dan het appartement parterre gelegen hebben
ter plaatse van de huidige VVV-zaal. Eén aspect
past niet zo goed in de veronderstelde positie
van de antichambre: in de beschikbare docu
menten is geen informatie beschikbaar over
een daar toch wel wenselijke stookplaats. Een
ondersteunend aspect is daarentegen dat de
wand tussen bovenzaal en antichambre aansluit
op een extra breed penant tussen de vensters
in de gevel van het Hofzaalgebouw. Dat is een
afwijking in de verder strenge gevelopzet waar
geen andere verklaring voor is.
Besluit
Zo lijkt er dus een oplossing gevonden te zijn
voor de situering van de persoonlijke apparte
menten in het hof, die vrijwel overeen komt met
de door Ad van den Bulck gedachte opzet. Het
lijkt daarom zinvol om de naamgeving van de
stijlkamers te heroverwegen: de Augustakamer
was een kamer van de heer/markies en de
Theodoorkamer een kamer van de vrouwe/mar
kiezin. De verwisseling van de namen zou een
optie kunnen zijn.
Noten
Afb. 3. De monumen
tale doorgang vanuit de
Hofzaal naar de grote
toren en het apparte
ÜrJ I
ment van de heer.
Foto auteur.
1 West-Brabants Archief, ARR rekening 1480/1481, f. 40v.
2 Ad van den Bulck, De Waterschans 41 (2011) pp. 99-100.
3 Ruud Meischke, "Het Markiezenhof te Bergen op Zoom", in:
Bergen op Zoom gebouwd en beschouwd, Bergen op Zoom 1987
pag. 30.
4 Ad Van den Bulck, De Waterschans 36 (2006) pp. 7-13, pp. 48
57, pp. 129-130; De Waterschans 41 (2011) pp. 92-101 en Ruud
Meischke, De Waterschans 36 (2006) pp. 127-128.
5 Bart van Eekelen, De Waterschans 43 (2013) pp. 46-53.
6 "Van Claes Batenzoon gecocht bij Thonijs de Wilde ende
Brooman 242 groote wagenschoten om de cameren boven de
zale mede te beschyeten en "dat hij al de cameren bescho
ten en gemaeckt heeft West-Brabants Archief, ARR reke
ning 1495/1496, f. 72v of Willem van Ham, "Het Markiezenhof te
Bergen op Zoom, een overzicht vanuit de bronnen van zijn ge
schiedenis tot 1795" in: Studies uit Bergen op Zoom 5 (1986) p. 58.
117
De Waterschans 3 - 2017