Daar zaten ze met tot vijf mensen in een cel van ongeveer zeven vierkante meter. Piet is er twee keer verhoord. De eerste keer heeft hij alles ont kend, hetgeen hem op een gebroken neus kwam te staan. Bij het tweede verhoor, drie maanden later, was er nog een gevangene aanwezig, die alles vertelde wat hij wist dat er gebeurd was. Deze bleek echter niets af te weten van de zen der en de sabotagedaden. Piet kon niet anders dan bevestigen dat wanneer de oorlog voorbij was zij de zaken zouden regelen. Deze beken tenis heeft zijn leven gered, want wie niet be kende, werd zonder proces terechtgesteld. Op 6 juni 1944 (de dag van de invasie in Normandië) werden ze allemaal vanuit het Oranjehotel naar Vught overgebracht, waar ze in het S.D. Lager werden ondergebracht, waar een streng regime heerste. Op 29 augustus 1944 werd de gehele groep, onder wie Piet van Lammeren, naar de gevangenis in Utrecht overgebracht. Op 6 sep tember, de dag na Dolle Dinsdag 5 september, werd de hele groep vanuit Utrecht overgebracht naar Anrath, om vervolgens op 14 september te worden doorgestuurd naar het tuchthuis van Lüttringhausen. Deze strafgevangenis stond onder het commando van de Wehrmacht. Hier bleken alle Ordedienst-gevangenen, ook die genen die op 21 juli 1943 gearresteerd waren, weer bij elkaar te zijn. In deze gevangenis zaten naast de gearresteerde verzetsstrijders Duitse veroordeelden en Joden. Zij werden allen streng van elkaar gescheiden gehouden, maar dui delijk was wel dat de joodse gevangenen zeer slecht behandeld werden. Niet dat het voor de Nederlandse gevangenen veel beter was. Piet en de andere gevangenen kregen een boterham per dag, een halve 's ochtends en een halve 's avonds, terwijl er 's middags een pannetje met soep of iets dergelijks op het menu stond. Ook hier zijn ze door het oog van de naald ge kropen. Daags voor de bevrijding kwamen SS'ers om gevangenen op te halen om te fusilleren. De directeur van de gevangenis gaf Duitse commu nisten mee, mogelijk met in het achterhoofd dat wanneer hij de Nederlandse gevangenen mee zou geven, dit voor hem gevolgen zou hebben bij de bevrijding van Nederland door de Amerika nen. De volgende dag, 15 april 1945, zouden de SS'ers terugkomen, maar toen waren de bevrij ders er al. De gevangenen hebben echter tot begin mei moeten wachten tot ze terug werden gebracht naar Nederland. Piet had inmiddels al last van zijn longen, maar de arts gaf aan dat er niets aan de hand was. De kappen van de vachtwa gens werden open gedaan en de thuisreis kon beginnen. Toen ze in Venlo aankwamen, was Piet al flink ziek. Hij heeft daarvan niets ge zegd, want hij wilde zo snel mogelijk naar huis. Vanuit Venlo is hij per vrachtwagen naar Weert gebracht om vervolgens met de rein naar Ber gen op Zoom te reizen, waar hij op 9 mei 1945 aankwam. Na thuiskomst is hij ten gevolge van deze reis nog negen maanden ziek geweest. De terugkeer van de (krijgs)gevangenen en ver zetsstrijders was in Bergen op Zoom natuurlijk groot nieuws. In De Avondster werd dan ook een uitgebreid woord van welkom gepubliceerd. "Op verzoek van vele Bergenaren richt ik hier een woord van welkom aan onze stadgenoten, die 15 april j.l. door de Amerikanen uit een der Duitse concentratiekampen werden bevrijd en Woensdagavond aan hun eigen haardsteden terugkeerden. Het zijn de heren Ir. A. Juten, Huijsmans, Wijt, Adriaansen, Verpalen, van Es en Monte. Anderen schijnen op komst. We behoeven er geen geheim van te maken, dat hun lot vele malen het onderwerp was van onze gedachten en vertrouwelijke gesprekken. Het onzekere van de onwetendheid, de bestialiteit van de moffen, gaf alle reden tot de meest som- Afb. 14. Piet van Lammeren in het ziekbed in 1945, foto col lectie familie Van Lammeren. De Waterschans 3 - 2017 140

Periodieken

De Waterschans | 2017 | | pagina 36